1 |
|
“...uitvoerregt
aan het Gouvernement te betalen.
De vracht op schepen voor Aruba is een s/iiZZHi/duurder
dan voor Fuykbaai, omdat de haven van Aruba niet deugt,"
is, volgens onze zegsman, een ander argument in het verzoek-
schrift te berde gebragt. Eilieve, wie heeft de Fuykbaai be-
vaarbaar gemaakt voor diepgaande schepen ? Antwoord: de
heer Godden. Wie heeft aan dat werk ettelyke jaren en ette-
lyke honderd duizenden guldens besteed ? Antwoord : de heer
Godden. Maakt ook Aruba tot een goede en veilige anker-
plaats doet dat, gelyk de heer Godden, zonder hulp van het
Gouvernement en gy zult de shilling, die hy welligt minder
dan gy voor vracht betaalt, spoedig genoeg inwinnen. Men
moet weten een schelvischje uit te werpen om een kabeljaauw
te vangen. Uw pier kan het schelvischje zyn.
Wy durven wedden, dat zoo de Maatschappy wat minder
kieskeurig ware in het uitzoeken van vaartuigen, die meer dan
zestig per cent meer phosphaat innemen, dan zy meten, zy de
vracht veel billyker zou krygen. Maar dan kwam...”
|
|