Your search within this document for 'kolo' resulted in three matching pages.
1

“...of juister van de belastingschul- di^en hier of in Nederland weuschen vermeerderd te zien. Ons past het niet, die vraag bevestigend te beantwoor- den ] maar als mee nagaat, dat in December 1882 door belang- hobbendeu zelfs den dag genoemd werd, waarop de verlag.ng zou in werking treden, en meu bedenkt, dat wij thans Ayiil 1884 schrijven eu die verlaging is nog niet toegeslaan, dan zal men liet geene vermetelheid noemen, zoo wij meenen, dat ons schrijven er wel iets toe heeft bijgedragen om het Kolo- niaal Bestuur op zijne hoede te doeu zijn, de zaak op nieuw aan een gezet onderzoek te onderwerpen. Velen hadden zich gevleid, dat nu zoo zonneklaar was aan- getoond, dat de Maatschappij, ter erlanging van de gewenschte verla-ing, niet alleen tot verzwijging en verdraaijing der waar- heid haar toevlngt had genomen, maar zich zelfs aan onvraar- heid had schuldig gemaakt, er voor goed een einde aan deze zaak wave gekomen; dat het Bestuur der Kolonie, alleen op...”
2

“...de heer Jbsrun, Secretaris der Maatschap- pij, gelijk gezegd wordt, als lid van den Kolonialen Raad den Gouverneur op diens reis naar Aruba vergezeld heeft, geene aanleiding om althans een enkel woord aan de ongelukkige zamenstelling van onzen Kolonialen Raad te wijden. Werd bij de Wet van den Sisten Mei 1805 aan de kolonie Suriname een Regerings-Reglemeut geschonken, waarbij Kolo- niale Staten werden in het leveu geroepen, door het volk of stemgeregtigden te verkiezen, bij eene wet van dezelfde dag- teokeuing werd Curasao met een Regerings-Reglemeut begif- tigd, waarin haar dat voorregt werd onthouden. Ouze Kolo- niale Raad is een zelfverkiezend ligchaara, en daardoor in eene Socit Wadmiration miitiielle ontaard. Telkenjare worden de af- tredende leden door hunne medeleden ter herbenoeming aan Z. M. den Koning voorgedragen. Op de lijkkoets van een der hier bestaande Begrafenis-Sociteiten leest men : llodie mihi, eras tibi,' 'Heden ilc, morgen gy;" wij verbeelden ons steeds, dat bij elke...”
3

“...wij, dat ZEG. later van .ijevoeien was, dat de tengevolg'o van die ourijpverklaring vastgestelde maatre- gelen, slechts van tijdelijken aard waren, en dat het dan ook thans meer dan tijd is, dat ook ons het voorregt gesciumken worde, reeds zoo lang aan Suriname gegund. Maar nog altijd blijft het anathema van onrijpheid op ons kleven; nog altijd hebben wij een wetgevend ligchaam, dat geene vertegenwoordiging is; nog altijd is het mogelijk, dat mannen, die om hunne handelingen ten op/.igte van het Kolo- niaal Bestinu en do koloniale belangen, het algemeen vertrou- wen vtirbenrd hebben, bij herhaling geroepen worden om het Koloniaal Bestnar voor te lichten, de koloniale belangen voor te staan. Nog altijd oefenen die mannen, door hunne betrekking als leden van den Kolonialen llaad een invloed nit, die nadeelig is voor de belangen der kolonie, en voor het prestige van het Koloniaal Bestuur hoogst schadelijk mag geacht worden ; wat meer zegt, een invloed, die zelfs nadeelig werkt op onze verhou-...”