1 |
|
“...tweede terrein is Javas Oosthoek, het derde zijn de
Vorstenlanden. De tabak wordt grootendeels te Amsterdam geveild;,
de Vereenigde Staten koopen daar veel. De oogstwaarde bedroeg in
1906 voor Sumatra 61, voor Java 27 millioen gulden. Merkwaardig
is daarbij, dat de hoeveelheid der Java-tabak dubbel zoo groot was
als die der Sumatra-tabak. Maar de laatste werd verkocht voor ge-
middeld 3.20 per KG, de eerste voor 0.60. De reden van dit
groot prijsverschil is de taaiheid en de lichte kleur van veel Suma-
tra-blad, waardoor dit geschikt is voor dekblad van lichte sigaren.
Dat een deel van de Java-tabak geuriger is (nl. die uit de Vorsten-
landen) weegt daar niet tegen op. Er komt te Amsterdam ook
Borneo-tabak aan de markt, maar alleen van Britsch-Borneo (oogst-
waarde in 1906 2'/2 millioen gulden). Op Java wordt de cultuur
meest op sawahs gedreven, op Sumatra op droge gronden, met
braakligging; de teelt heeft daar veel van roofbouw. Op Java heeft
overal wisselbouw met rijst plaats, want de tabak...”
|
|