Your search within this document for 'sultan' resulted in six matching pages.
1

“...Nederlandsch gezag. Dit zijn: Java met Madoera; het grootste deel van Sumatra; kleine streken van Borneo; een groot deel van Celebes; Bali en Lombok; eenige eilanden der Molukken. De hoogste titel der inlandsche ambtenaren is die van regent; onder de regenten staan districtshoofden. Vorstenbestuur wordt nog uitgeoefend langs de oostkust van Sumatra^ in vele streken van Borneo en Celebes, en op de meeste der ostelijke eilanden. De vorsten dragen meestal den titel van sultan of radja. Vroeger waren velen, vooral in de binnenlanden, gewoon de met de regeering gesloten verdragen niet na te komen. In de laatste jaren eerst zijn ze nagenoeg overal daartoe gedwongen. Onafhankelijk gebied bestaat eerst sedert enkele jaren niet meer in den Archipel, althans ofbciel. In werkelijkheid staan nog buiten ons gezag enkele streken van Borneos en Celebes binnenland en het grootste deel van Nieuw-Guinea, benevens een aantal kleinere eilan- den, o. a. Halmaheira. Vele dier streken zijn nog nooit door Euro-...”
2

“...visschers bewoond, in t water staan. In de kustvlakten van oostelijk Banjoemas en Kedoe het oude landschap Bagelen zijn de rawas in de laatste halve eeuw drooggelegd. Ze behooren tot de dichtstbevolkte deelen des lands, door onafgebroken kampongrijen doorsneden. Vooral Bagelen heeft overbevolking en daardoor armoede. Armoede ten gevolge van den staatkundigen toestand heeft de vlakte van het vorstenland Dj o k- jakarta, met gelijknamige hoofdstad (80), waar in een kraton van bijna 5 KM. omtrek de sultan woont met zijn groote hofhouding: vrouwen, prinsen, lijfwacht en tal van kampongs met bedienden en ambachtslieden. Hier en in Soerakarta kan men het echte oud- Javaansche hof- en volksleven leeren kennen. Ten ZO. van de hofstad ligt de groote plaats Pasar gedeh, eenmaal de hoofdplaats van Mataram; er wonen rijke Javaansche kooplieden. In Djokjakarta groeit veel suiKer, tabak en indigo, door Europeesche landhuurders geteeld. Bij de grens van Soerakarta vele tempelgroepen, waarvan die van Prambanan...”
3

“...Onderhoorigheden. Groot-Atjeh is een zeer oneigenlijke naam voor een klein gebied. Het lag aan de Noordpunt van Sumatra en had een grootte, gelijk aan ongeveer een twaalfde van die van Nederland, waarvan de grootste helft uit onbewoond bergland bestond. Het was verdeeld in de stad en ommelanden. De stad heette Banda Atjeh, havenstad van Atjeh en bestond uit den kraton vaii: den sultan (die Kota Radja werd genoemd en waarnaar thans de hoofdstad heet) en de aanliggende wijken. Alleen deze stad met het naastaangrenzend gebied, de oeverlanden der Atjeh-rivier in haar benedenloop, stond onder rechtstreeksch beheer van den sultan. De ommelanden waren verdeeld in de drie sagis (letterlijk = zijden):, aan de zuidwestzijde der hoofdstad de sagi der XXV moekims, aan de noordwestzijde de sagi der XXVI moekims, aan de zuidoostzijde- de sagi der XXTI moekims. Een moekim is een parochie, een keike- lijke gemeente, bestaande uit een aantal dorpen, die samen een kerk hebben. Deze moekims hebben zich vereenigd...”
4

“...onderdanigheid, maar inderdaad alleen schatting verschuldigd aan den Heer te Banda Atjeh. De sagis, ieder uit eenige oeleebalangschappen bestaande, hadden elk als gezaghebber over de aangelegenheden, die de geheele sagi betroffen, de panglima sagi; dit was steeds de voornaamste der oeleebalangs. Het hoofd van de sagi der XXII moekims, door zijne en hare dapperheid bekend, had den titel Panglima Polim = Heer oudere Broeder. De drager van dien titel heeft tijdens den oorlog een eerste rol gespeeld. De sultan van Atjeh had inderdaad niet dien titel, maar dien van radja Atjeh. Zijn macht beperlvte zich tot het innen van havengelden en belastingen. Hij was een havenkoning. Zelfs in den tijd van den grootsten bloei, in t begin der 17e eeuw, kon hij zich met de binnenlandsehe aange- legenheden der sagis niet bemoeien, veel minder met die der onderhoorigheden. Een rijk met krachtig cen- \tiehs.h eclitmar Atjehseh echtpaai. dus nooit geweest. Maar wel hebben de sultans in den bloeitijd de macht naar buiten...”
5

“...113 In Koetei is in de laatste jaren een belangrijke petroleunaproductie, dicht nabij Samarinda (5), de zetel van den assistent-resident; om de slechte bevaarbaarheid der deltamonden brengen tankbootjes de olie naar Balik Papan, aan een diepe baai gelegen, waar ze wordt gezuiverd en door zeebooten afgehaald. Samarinda is een stichting van Boegineezen. De sultan van Koetei woont wat hoogerop, te Tengaroeng, in een fraai paleis. In de Westerafdeeling, die 1/2 millioen bewoners tellen mag, is het best bevolkt gebied de noordpunt, de afdeeling Sambas. Er Drijvende Maleisohe woning te Sinitan. is veel aanplant van sagopalmen, en er wonen veel Chineezen, die r goud en diamanten kwamen zoeken, waarvan de opbrengst sterk vermindert. In de omstreken van Pontianak, de hoofdplaats, is belangrijke klappercultuur, zoodat kopra het eerste uitvoerartikel vormt. Pontianak ligt in de delta van de Kapoeas, de derde groote troom des eilands; hoewel haar loop meerendeels tusschen de bergen ligt, heeft zij...”
6

“...bergland, aan de kusten liggen vlakke strooken en deltas. Het draagt in t N. een der hoogste bergen van den Archipel, de Kinibaloe (4170 M.). Van dit gebied stond de Westkust vroeger in naam onder het gezag van den sultan van Broenei, de Oostkust onder dat van den sultan der Soeloe- eilanden. In 1840 vestigde zich in het landschap Sarawak een oud- ofRcier der Engelsche O.-I. Compagnie, James Brooke, en dwong den sultan hem dat gebied af te staan. Hij noemde zich radja, organiseerde zijn staat uitstkend en breidde de grenzen uit; onder zijn neef en opvolger Charles Johnson Brooke, die thans, sedert 1863, regeert, verkreeg Serawak zijn groote uitgestrektheid. De hoofdstad is Koetjing (30?). Er worden veel sago, peper, kopra en boschproducten uitgevoerd. Het gebied van den sultan van Broenei is sterk ingekrompen. De State of North Borneo be- hoort aan een maatschappij. Hier zijn verschillende Europeesche cul- tures; de voornaamste is die der tabak, welke meest te Amsterdam aan de markt wordt...”