1 |
|
“...BERICHTEN. 413
brengende de Land eigene ziekte van
de Engelfen Bellyach (Biiikwee) ge-
noemt; deeze komt in t begin met een
opgefpannenheid in den bovenbuik
Daarop volgt geduurige pyn; het nut-
tigen van fpys en drank benauwt; de
ziekte toenemende, zo komt een ge-
duurig braaken ; de lyders vervallen
fchielyk in kragten; worden wit bleek
van aangezicht zweeten weinig en
klam hun water is weinig rood en
brandig,deftoelgangblyft weg, de pols
is klein en ras: den meeften verzeilen
deeze toevallen met een iets afgaande
Koorts; en als deeze Koorts iets afgaat,
minderen ook het braaken en benauwt-
heeden, maar gaan nooit geheel weg.
In deeze ziekte tracht men zo veel
moogelyk het braaken te beletten, en or-
doneert verzagtende Clyfireren om open.
lyf te maaken uiterlyk Linimcnta ner-
vma balfamka als ook Pappen van
Maismeel, Madera wyn, Foelie, Na-
gels enz. zulks tot een Pap gekookt,
en als de Koorts niet Berk is, dikwils
warm opgelegt. Zo als het braaken min-
dert, geeft ment volgende, B. man-...”
|
|