1 |
 |
“...1. Hederlanaacue drS^:;!;%'aTiS'en'p.3. "V/C
Ding onzer Wet, de studie van den {TalmnP
Joodsche godgeleerdheid werd daard/r bevorderd en
WIJ ook niet mogen aannemen, dat door din zouden
en kennis, het Jodendom in Nederland zoo zeer gehechf
het oudvaderlijk geloof, en geene uitheemschrLIriin^n ;
eeredienst toelaat ? Kennis bW waarheid
kracht, zij verheft den menS^vTu
iru';aXt4sf.
aarde, de wettea der JSeaheid e VerlrroWeviag vTrkS^g'eai
W/lle^teZwSrTe 3 31 >' 'an Oraeje.
houwen Lt stiPwnnr T ^ marmer uitge-
is het zinnebee f v^n L ' E 5it
tot het huis VM oaei h7 wl, '' to"<
Voillhrefr' '1 Delo^ELheV^'lorsTm
toeo de buiSiek rlfeschS!!dOT*c?^ *'"^1 '"amelijt
zij het vastberaden deinsden terug, toen
eeschanrd er-, .9^4^'^doin den zetel huns Vorsten zagen
als het'heiligste^dL^hiiliffe^ m^ grondwet,
derland dnnr hoorden zweren dat Ne-
laudersalln zaUneZ]^'^^ geschapen en ontwikkeld, aan Neder-
ucn zal toebehooren. Toen zagen alle volkeren der aar-...”
|
|