1 |
 |
“...zouden blyven.
Daar het niettemin toch wenschlyk was
voorloopig eenige regelen vast te stellen xmtrfij£
?an den Hoogen Raad in West-Indi- i
sche Koloniale zaken, werd by wet van 4 April 1869:1
(G.B.1869 No.25) bepaald, dat het bovenbedoeld bo-j
roep kon geschieden in de gevallen en op de wyse, "
bepaald by het reglement, goedgekeurd by Koninkf
Besluit van 11 Januari 1840 No.116 (G.L. 1840 jNofeLa
voor de uitspraken in burgerlyke zaken in eerst
aanleg voor het GERECHTSHOF in Suriname. Praqtieehl
tilde dit dus zoggen, dat het Koninklyk Besluit
v&n 1840, behoudens de daarin door de wet varT isg
aangebrachte onbelangryke wyzigingen en aanvvillia
gen, gehandhaafd is gebleven tot 1909, toe. Dht
het Koninklyk Besluit van 1840 byna 70 laar *>eK
kunnen voldoen is een niet gering bewys voor del
deugdelykheid daarvan.
Door do in 1900 aangebrachte wyziging m
I
werd de regeling van de rechtsmacht van den H-*
gen Raad in de Koloniale zaken aan den Koningrop--
gedragen, welke regeling daarvr by et moeit-...”
|
|