1 |
 |
“...63
— 14 —
Artikel 27.
1. Wanneer het belang van de dienst zulks vordert, is de
ambtenaar verplicht, al of niet in zijn dienstvak en al
of niet op dezelfde standplaats, een andere betrekking
te aanvaarden, die hem in verband met zijn persoon-
lijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaan-
de vooruitzichten, redelijkerwijs kan worden opgedra-
gen.
2. Een andere betrekking wordt hem, tenzij in spoedei-
sende gevallen, niet opgedragen, dan nadat hij is ge-
hoord.
Artikel 28.
1. De ambtenaar is verplicht, zo nodig tijdelijk andere
ambtelijke werkzaamheden te verrichten dan die, wel-
ke hij gewoonlijk verricht. Wanneer een ambtenaar
meent, dat de hem tijdelijk opgedragen werkzaamhe-
den in verband met zijn persoonlijkheid en zijn om-
standigheden redelijkerwijze niet van hem kunnen
worden gevergd, geeft hij, onverminderd zijn verplich-
ting om die werkzaamheden terstond aan te vangen,
daarvan kennis aan de Gouverneur.
2. De ambtenaar kan echter niet worden verplicht, in-
dien bij enig...”
|
|