Your search within this document for 'ultimo' resulted in two matching pages.
1

“...ke balans. Zoals in hoofdstuk I § 3 reeds uiteengezet is, leek het wenselijk wegens de opbrengst van de beleggingen voor de balans een rentebasis van 2f % te nemen. De financile toestand van het pensioenfonds moet dus aan de hand van deze balans beoordeeld worden. Daarnaast is de balans ook op een rentevoet van 3 % berekend. Deze stelt tot tweerlei in staat, nl. Ie om na te gaan welke invloed de verandering van de rentevoet op de uitkomsten heeft en 2e om de balans per ultimo 1954 te vergelijken met de vorige per ultimo 1949. Beide balansen, zowel die op een basis van 2f % als die op een basis van 3 %, zijn opgenomen in staat III. Zjj vertonen een tekort van f 4 740 000 resp. f 3 673 000. Hiervan wordt f 853 000 resp. f 847 000 gedekt door de nog van 1955 tot en met 1959 lopende annuteit van f 185000, welke voortgevloeid is uit de uitkomsten van de tweede wetenschappelijke balans. § 2. Dekking van het bij deze balans geconstateerde tekort Zoals in de vorige paragraaf reeds is medegedeeld...”
2

“...reeds gegolden hadden. Daar de regeling nog niet ingevoerd is, bestaat nog geen ervaring omtrent de invloed daarvan op de pensionering en de opbouw van het ambtenarencorps. Het zal dus nodig zijn in zekere mate met supposities te werken. Deze worden hieronder aangegeven. Een andere onnauwkeurigheid is hierin gelegen, dat de berekening gedaan wordt voor een in het verleden gelegen datum en niet voor het tijdstip van inwerkingtreding der nieuwe regeling. In de weinige jaren, welke verlopen van ultimo 1954 tot de invoering, kan de afwijking niet zo aanzienlijk geworden zijn, dat geen bruikbare cijfers verkregen worden. De verandering in de samenstelling van het ambtenarencorps, in de pensioengrondslagen enz. vindt uiteraard slechts langzaam plaats. Dit betekent, dat de berekeningen voor deze wetenschappelijke balans niet alleen globaler gedaan knden worden dan voor de officile, maar ook mosten worden, omdat de statistische gegevens ten dele ontbraken....”