1 |
|
“...wetenschappelijke
balans van het Gouvernements-werkliedenpensioenfonds. De gronden voor die waardering zijn
aldaar op blz. 18 gegeven.
§ 4. De duurtetoeslagen op pensioen
Bij de 2e wetenschappelijke balans is een afzonderlijke berekening gevoegd over de finan-
cile toestand van het fonds, indien de op de pensioenen gelegde duurtetoeslagen ten laste van het
pensioenfonds zouden komen en bijdragen zouden worden betaald over de bezoldigingen en de
daarop verleende duurtetoeslagen (§ 32).
Thans is een plan aanhangig om de duurtetoeslagen op de bezoldigingen in de pensioen-
grondslagen op te nemen en op grond van een gewijzigde pensioenregeling uit die grondslagen
de toe te kennen pensioenen te berekenen. De financile toestand van het fonds, welke dan ont-
staat, is in hoofdstuk V omschreven, waar tevens nadere bijzonderheden vermeld zijn....”
|
|
2 |
|
“...Hieruit zouden eveneens
30 % hogere pensioenen voortvloeien, waarvoor kapitaaldekking nodig zou worden, voorzover de
contante waarde van de hogere lasten niet doodde contante waarde der hogere bijdragen gecom-
penseerd zou worden.
Later is overgegaan tot het idee van algehele incorporatie der duurtetoeslagen.
De pensioengrondslagen van de gehuwden worden verhoogd met de duurtetoeslag voor ge-
huwden zonder kinderen, die van de ongehuwden met de duurtetoeslag voor ongehuwden. Boven-
dien bestaat het plan de pensioengrondslagen nog te verhogen met de bijdragen voor eigen en
voor weduwen- en wezenpensioen, welke verschuldigd zullen zijn over de in de pensioengrondslag
opgenomen duurtetoeslag, t.w. voor gehuwden 8 %, voor ongehuwden 5 %.
De aanzienlijke verhoging van de pensioengrondslagen heeft geleid tot voorstellen ter her-
ziening van de pensioenregeling. Deze zijn de volgende:
Maximum bedrag van het eigen pensioen f 6500, en dat van weduwenpensioen en van de
gezamenlijke wezenpensioenen f 3250...”
|
|