1 |
|
“...30
De invloed van de incorporatie is dus een geringe afvlakking van de verhogingsgetallen.
Gezien het globale karakter van de berekeningen zijn voor de vrouwelijke deelgenoten geen
afzonderlijke Fs bepaald. Op de bepaling der lasten voor de vrouwen wordt in § 10 teruggekomen.
De in het bovenstaande uiteengezette methode van bepaling van de nieuwe verhogings-
getallen brengt mede, dat het nodig was voor de na de invoering toetredende deelgenoten dezelfde
verhogingsgetallen te gebruiken. Omtrent de afwijking, welke hun promotie zal vertonen bij die
van de reeds in dienst zijnden, is trouwens, als gezegd, geen redelijke veronderstelling te maken.
Een onderzoek, ingesteld om na te gaan of de grootheden a wijziging behoefden, leidde er
toe deze ongewijzigd te laten.
§ 8. Verhouding pensioen tot grondslag
Volgens de ontworpen regeling voor de incorporatie kan aan hen, die op het tijdstip van
invoering daarvan reeds in dienst zijn, pensioen toegekend worden na het voldoen aan de leef-
en dien...”
|
|
2 |
|
“...bepaling van de grootheden volgens de bestaande regeling reeds aankleeft, zou onoverkomelijk
worden bij het maken van veronderstellingen volgens de nieuwe regeling.
Bovendien moet in aanmerking genomen worden, dat de contante waarde der toekomstige
eigen pensioenen en die der bijdragen van de vrouwelijke deelgenoten slechts iets meer dan 10 %
van die der mannelijke bedragen. Een onnauwkeurigheid in deze contante waarden heeft dus
weinig invloed op de totale uitkomsten van de balans.
Het globale karakter, dat de op incorporatie der duurtetoeslagen gebaseerde wetenschappe-
lijke balans mag dragen, maakte het mogelijk de contante waarde der lasten en der baten voor de
vrouwen te verkrijgen door de contante waarden der lasten en der bijdragen van de vrouwen
volgens de bestaande regeling te vermenigvuldigen met het quotint van de volgens de nieuwe
regeling bepaalde contante waarden voor de mannen en die waarden volgens de bestaande rege-
ling.
\ost v/c/ /'
CENTRALE BOEKERIJ...”
|
|