1 |
 |
“...I. INLEIDING
§ 1. Historisch Overzicht. Wijzigingen in de regelingen
In de met deze paragraaf overeenkomende § 2 van de tekst bij de tweede wetenschappelijke
balans van het fonds (blz. 7) is reeds vermeld, dat met ingang van 1 januari 1951 het fonds niet
langer beheerd wordt door de Directeur van de Indische Pensioenfondsen te s-Gravenhage, maar
door een eigen directeur, die in de Nederlandse Antillen gevestigd is (Landsverordening van
30 december 1950, Publicatieblad, bij afkorting P.B., nr. 145).
In verband met deze wijziging in directie zijn bij Landsbesluit nieuwe Regelen voor het
beheer enz. betreffende het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen vastgesteld
(P.B. 1951, nr. 4) en verscheidene beschikkingen uitgegeven ter uitvoering van deze Regelen en
ter verdere regeling van de door de overgang gewijzigde situatie. Met name worden hier vermeld
het toezicht op het beheer van het fonds door een college van commissarissen in de Nederlandse
Antillen (P.B. 1951, nr. 7) en de...”
|
|
2 |
 |
“...Nederlandse Antillen uitgezet worden.
De betekenis van het maken van intrest kan hieraan beoordeeld worden, dat een storting
bij een rentevoet van 2f % 26 jaar later verdubbeld is.
Indien genoemd nieuw tekort in 10 jaar gedekt wordt, is de jaarlijkse postnumerando-
annuteit 0,11574 x f 15 869 000 = f 1 837 000.
Een alternatief is, indien de incorporatie op 1 januari 1957 ingaat, in dat jaar reeds met de
stortingen te beginnen. Daar de eerstvolgende wetenschappelijke balans per 31 december 1959
opgemaakt moet worden, is het dan mogelijk de vermeerdering van het tekort ad f 15 869 000
in 13 jaar te delgen, verondersteld dat dit op 1 januari 1957 even groot is als per 31 december
1954, voor welke datum de berekeningen uitgevoerd zijn. Met de factor voor een 13 -jarige post-
numerando-annuteit 0,09253 wordt het jaarlijkse bedrag f 1 468 000.
Deze bedragen komen ten laste van het Land en de Eilandgebieden op grond van de ver-
deling der (nieuwe) pensioengrondslagen, zoals in onderstaande staat is...”
|
|