1 |
 |
“...9
ยง 3. De beleggingen en de rentevoet
De nauwe samenhang, welke tussen de rentevoet, waarop de berekeningen gebaseerd worden,
en de renteopbrengst der beleggingen bestaat, maakt het wenselijk hierover in het kort te han-
delen. m
Dat de ^paling van alle contante waarden van verplichtingen, te verwachten bijdragen voor
pensioen en andere in de toekomst te verrichten betalingen of te ontvangen bedragen kan en
moet gedaan worden met inachtneming van het maken van rente, vindt zijn oorzaak in het feit,
dat belegd kapitaal zulke intrest opbrengt.
Zoals in het voorgaande reeds opgemerkt is, wordt gestreefd naar een gelijk zijn van de
contante waarde der pensioenverplichtingen en de som van het aanwezige kapitaal en de contante
waarde der te ontvangen bijdragen. Men kan kapitaal en contante waarden alleen d.n zo gelijk-
schakelen, indien de contante waarde evenzeer als het kapitaal met de tijd aangroeit door de rente.
Het kapitaal brengt rente op en wel gemiddeld een zeker percentage per jaar...”
|
|