1 |
|
“...hen, die nog zullen toetreden.
ยง 10. Berekening der contante waarden. Beheerskosten
Met de in de voorgaande paragrafen besproken en de overige ongewijzigde grootheden
konden zonder moeilijkheden de bijdrage- en pensioenfactoren, zowel voor eigen als voor weduwen-
en wezenpensioen worden becijferd, althans wat betreft de mannelijke deelgenoten. Dit kan ge-
schieden zowel voor de reeds in dienst zijnde als voor de toekomstige deelgenoten. Dit is uitslui-
tend met een rentevoet van 2f % geschied, da#t deze de rentevoet is, waarop de bijdragen en
annuteiten ter dekking van het tekort gebaseerd moeten worden.
Met de factoren voor de reeds in dienst zijnden zijn vervolgens de contante waarden der
asten aan pensioen en der bijdragen becijferd.
Voor de vrouwen zijn geen afzonderlijke berekeningen uitgevoerd. De onzekerheid, welke de
bepaling van de grootheden volgens de bestaande regeling reeds aankleeft, zou onoverkomelijk
worden bij het maken van veronderstellingen volgens de nieuwe regeling...”
|
|