1 |
|
“...Op dezelfde wijze wordt de
contante waarde der toekomstige pensioenen en der bijdragen bepaald door leef-
tijdsgewijs de pensioengrondslagen te vermenigvuldigen met de bijbehoorende con-
tante waarden dezer pensioenen en dezer bijdragen per gulden pensioengrondslag.
Het is dus noodzakelijk den stand der loopende pensioenen en genoten pen-
sioengrondslagen voor eiken leeftijd op den belansdatum te kennen, om de con-
tante waarden der verplichtingen en vorderingen van het pensioenfonds te bepa-
len.
Tenslotte heeft men naast elkaar staan eenerzijds de contante waarde van
alle toekomstige pensioenlasten, anderzijds die van alle toekomstige bijdragen aan
het fonds. De lasten zijn grooter dan de baten, zoodat het verschil der twee con-
tante waarden gedekt moet worden door het beschikbare kapitaal. Op den balans-
datum moet dit kapitaal aanwezig zijn om in de toekomst alle pensioenen uit te
kunnen keeren.
*) De grondslagen van de levensverzekeringswiskunde vindt men in Dr. M. van Haaften,
E...”
|
|
2 |
|
“...hebben gekregen om de verschuldigde som af te doen.
Deze verzekering wordt als een overeenkomst opgevat, die slechts met medewerking
van den ambtenaar ongedaan kan worden gemaakt. De nog verschuldigde restitu-
ties zijd onder den desbetreffenden post opgenomen.
Voor politiemilitairen gelden andere verordeningen dan voor de ambtenaren.
De politiemilitairen vallen in twee categorien uiteen, n.1. eenerzijds degenen, die
onder de eigenlijke bepalingen van de verordening van 1939 vallen en die 3% beta-
len als bijdrage en anderzijds degenen, die onder de Indische regeling vallen. De
laatsten betalen 5%, zoolang zij pensioengerechtigde betrekkingen hebben. Onder-
officieren van deze groep dragen ook nog na het verliezen van deze betrekkingen
5% bij, doch niet langer dan tot hun 65ste jaar.
Voor de berekening van de baten van de 5 aanwezige gepensionneerde on-
derofficieren is aangenomen, dat zij levenslang bijdragen. De baten komen dus iets
te hoog uit, doch de fout wordt min of meer gecompenseerd...”
|
|