Your search within this document for 'zut' resulted in one matching pages.
1

“...172 DE NEEF VAN CRAQAO. gaan, om affcheid bij eene vriendin te nemen. In het voorbijgaan landde ik zeer toevallig ergens aan; en raad eens, bij wie ?... Bij onze gewezene kamenier Saartje, die gij nog gekend hebt, ter- wijl zij bij Mevrouw Hoogbrand diende ; wij zijn nog eens, dat gij u voorzeker, herinneren zult met haar naar haren oom geweest, die te Lochem woonde. Zij is finds met eenen kruidenier te Zut then gehuwd; en het gaat haar zeer wel. Ik moest eens zien hoe zij het al maakt? en hoe haar kindje het had. Het is nog het oude, gulle Saar- tje ; zij vloog mij van blijdfchap om den hals en kuste Lina en Minette wel honderdmalen. Ik kon niet weg komen; maar moest blijven en koffij drinken; de kinderen moesten beide op haren fchoot zitten. Zij had u nog niet vergeten; maar vroeg mij wel nadrukkelijk ,, hoe dat lieve Atnferdem- ,, merken het moakte en of ik nog vrindfchop met ,, dat deernke hield." Ik ontmoette haren man ook. Een vriendelijk, hupsch man, wien men de goedhartigheid'...”