1 |
|
“...beginfelen te
zijn gekomen, zich een vast ftelfel te hebben
gekozen.... enfin, mijnheer 1 er zijn dikwijls
geheime fpringveren, die op onze keuze, een
beflisfenden invloed oefenen.... enfin, mijnbeer
Knuppelbusch er bevinden zich vaak verbor-
gene, onzigtbare draden, waaraan wij ons weef-
fel vast fpinnen.....*
Ha, ha! fprak Jufvrouw Gronne die wel
zag hoe laat het met den Heer Ossepoot was;
terwijl zij met een zegevierend* lachje het vertrek
verliet. Komt het van daar, dat men u warga-
rens heet, n gij beftendig achter het net vischt?
Geen wonder dan ook, dat gij u in zulk
ellendig weeffel verwart, en men u, bij flot vaa
rekening, nog in uwe eigene netten vangt! ?
Dat is nu alles goed en wel! zeide,' deftig
en op nadrukvollen toon, de Heer Knuppelbusch,
dien het zeer wel bekend was, dat, als zijn boek-
C j, hoi*....”
|
|