1 |
 |
“...fchouwfpel, in de gelaats-
trekken der aanwezigen, ook van den onverfchillig-
ften onder hen, zigtbaar werden! Ik voor mij
wil liefst mijne pen aan deze fchets niet wagen;
maar er mij gaarne van verfchoond achten, om tot
de oplosng der bijzonderheden, die deze verras-
fende Ontwikkeling voorbereidden ver te gaan.
Nadat de eerfte vurige aandoeningen dobr meer
kalme afgewisfeld, en de gasten eindelijk bedaard
gezeten waren, moest Kapitein van der Stap het
nieuwsgierig ongeduld der aanwezigen tevreden Rel-
len door te verhalen, op hoedanige wijze hij
zijne nicht Dalman met wier onverwachte ver-
fchijning hij het gezelfchap zoo ongemeen verrast
X 4 had,...”
|
|