Your search within this document for 'rei' resulted in two matching pages.
1

“...verdiende; er kon dus voor den zoon geene zeer fchittercnde opvoeding op overfchieten, Toen de dertienjarige Jan vlug lezen en fchrijven kon en tamelijk uit artjes be- gon te cijferen, diende er een beroep voor den jongen gekozen; hij was een Berke, gezonde kne- vel : er kon een knappe zeebonk uit groeijen, en Zijn hart ging toch open, als er van de vaart werd gefproken. Naast zijne ouders woonde een buur- man daar Jan in de winter avonden, dikwijls kwam, om op het ganzenbord te fpelen en uit de rei- ze van Bontekoe te lezen; deze buurman had eenen neef, die koopvaardijfchippcr in dienst der kom- pagnie was, en p dit tijdflip met zijn fcliip juist zeilre lag, om naar Ceilon te flevenen, De Ka* pitein was een allergefchiktst man; hij zag, dat er een goed hart in den jongen Bak; en nam aan, hem tot zijn beroep op te leiden. Zoo was Jan als kajuitwachter aan boord gekomen; had fiks pgepast; 'en was al verder en verder geklommen, tot 5-...”
2

“...gefproken* vernam ik zeer toevallig van een ouden Heer, dien ik in het koffijhuis ontmoette en die, in het huis dzer vrouw eene kamer bewonende, mij even te voren bij haar gezien had, en nog al iets omtrent Henrietta wist te melden, hetwelk mij niet zeer aangenaam was te hooren, maar dat ik daarom voor een waar en onpartijdig berigt moest houden, der wijl deze oude man mij voorkwam geheel onzijdig in dit geval en tevens eerlijk en waarheidlievend te zijn'. Hoe was ik ter nedergeflagen! Zoo was de rei- ze, welke ik opzettelijk om harentwege naar Ber- tingen en, toen ik haar daar niet meer vond, naar Deventer had gemaakt, geheel vergeefs en waren al de kosten daarvan verloren geweest! zoo waren dan \...”