1 |
|
“...dat ook zich exprimeren, vis d vis zulk een
individu'!' Je tai dit cent fois : papa pretendeert
verftand te hebben; maar hij taleert geen grein
ducatle, de man heeft geeri manire de yivre.
4, Hebt gij die bxpressien 'gehoord?... Je le repte,
j, ma steur, waarachtig! papa heeft geene men-
,, fchenkenms; c'est un homme sans fagon, een
man, die zijne familie ridiculiseert. Het cha
t, grineert iemand, aan zulk eenen mensch gepa-
renieerd te zijn; het is toch al fpoedig: Ehlest
ce Monsieur vtre pre, Mademoiselle
,, Dat is het, wat ook mij dikwijls embarras-
seert. Heet dat zich maintineren / welk eene
,, contenance! Ik heb mij het hart vast gehouden,
zoo bevreesd was ik, dat er een fatfoenlijk be-
kende op inkwame. Oh- ciel!1.... verbeeld us
,, J'Upperfus un uniforme: deze nadert de floep!...
,, ik denk aan Dormeuil !..,. Je fremis, Jen rou-
,, gis!.., Vraiment! je lavouc, papa kent gee-
nen...”
|
|
2 |
|
“...aan mij bewijst, dewijl
~er anders niet veel van mij te regt gekomen zoude
zijn.,.. O! de geringfle dienstbode, ja, de arm-,
fte daglbonfler' beeft bet beter en wordt met meer
toegevendheid bejegend, dan ik!
Ook des zondags zelfs heb ik geene rust: want
het is u bekend, dat mijne tante, hoewel zij voor
ongemeen regtzinnig en voor een fijn zusje wil
te boek liaan, niet zeer naauwgezet op dit (luk
is, en nooit te kerk gaat, uit hoofde de Predikan-
ten, die hier zijn, haar niet naar haren fmaak pre-
diken. Zij verkettert deze brave mannen dik-
wijls op eene zoo verregaande wijze, dat het mij
van beleedigd gevoel doet blozen. Ook vaart zij
hevig uit tegen de opllellers en den inhoud onzer
kerkgezangen, die zij allen Bals liederen noemt,
waarover de Hemel zieh vreesfelijk vertoornd en
nog eens land en volk zijne oordeelen zal doen
ondervinden. Ik hijg vaak van verlangen, om eens
dbrir'openbaren godsdienst te kunnen bijwonen, en
tot opbeuring in mijn rampfpoedig lot een woord
van godsdienftige...”
|
|