1 |
|
“...rusten.
Nu, dat is tobben! Bons!... daar floot
zich al weder iemand het hoofd: men kan hier ook
geene hand voor de oogen zien. Past op uwe
hoofden!... van onder ddr! zij fchijnen ons hier
met fteenen te verwelkomen. Krak, krak!...
Pof!... daar worden wij op nieuw met eene laag
Begroet. Het zijn gebrokene dakpannen, welke
de wind naar beneden werpt. Waren wij er
flechts! Nog een vijf en twintig trappen; het
is hier: klimt op maar! Ha! ik befpeur licht;
door eene reet der zoldering. Moedig, ,nir nog
eenige treden opwaarts! Ziet daar ons eindelijk
in de fchouwburgzaal!
Wel vervloekt is dat hoog nestelen! ij zitten
hier...”
|
|