Your search within this document for 'mes' OR 'yen' resulted in four matching pages.

You can restrict your results by searching for mes AND yen.
1

“...afkomen!- Zoo duurde dit ftichtelijke gefprek al voort, vervolgde Prouwelman. Ik had alles afge- luisterd en beiloot er mijne maatregelen naar te ,, nemen. En hoe liep het verder af? vroeg Kapitein van der Stap, terwijl de verteller hier een wei-, nig poosde. Het werd des anderendaags middags? voer Prouwelman voort. ,, Het eten werd opge- ,, dragen. Wij zetteden ons aan tafeT. De osfe- rib ftond op fchotel. Neef Ha al wijk ving aan, het vleesch voor te fnijden; doch telkens ,, (tuitte het mes. ,, Dat is een droevig werk! zeide de ,, vent, zijn hoofd fchuddende. Wat is een drevig werk ? vroeg zijne lieve wederhelft. Wel! gaf hij tot antwoord, een zoo eer- ,, lijk gezigt trekkende, als meenda hij het wer- kelijk, dat de mesfen nooit geflepen zijn. Het is niet mogelijk er mede doorheen te komen. Ei wat! zouden de mesfen niet geflepen ,, zijn; dat werd zoo even nog gedaan. Dan is uw vleesch niet gaar, hernam hij...”
2

“... eerbied de han-r den zamen gevouwen.... Maar, zijne aan- dacht is weg; er drukt iets zijn hart; hij kan niet bidden. In het kinderlijk opregt gemoed fpreek,t eene ftem tot hem; zij verwijt hem onbewimpeld het plegen van logen en bedrog.... ach 1 voor de eerftemaal zijns lvens heeft de ruwe, maar brave man, naar zijne wijze van zien, dezen dag, op- zettelijk kwaad gepleegd, moedwillig iemand be- drogen. ,, Foei, Jan van der Stap zegt hij ov$r zich ontevreden en verontwaardigd, tot zich zel- yen.---- Onderneemt gij nog, met eene leugen in de hand uw avondgehed te doen ? Schaam K 5 u!...”
3

“...ver- mijden, ftond ik op, gaf ook Boone eenen wenk, 1 en onder voorwendfel, dat'wij ons, be- leefdheidshalve voor den binnenkomenden die een fatfoeplijk gekleed, jong Heer faas, verwij- derden groeteden wij de vrouwen en vertrokken, gelijk wij gekomen waren... neen! - ik, van Henrittas diepen, onherftelbaren val overtuigd, en met het pijnlijk gevoel in het hart, dat zij voor altijd voor mij verloren was, Nu hebt gij met uwe eigene oogen gezien en bijgewoopd, wat gij anders naauwelijks geloo- yen zoudt, fprak Boone, toen wij op de ftraat gekomen waren. Ik vond mij verpligt, u te waarfchuwen, Ligt hadt gij, in het vervolg, Henrietta kunnen ontmoeten, haar herkend ,, en dan, Renberg! zoude uw ongeluk niet ,, te berekenen geweest zijn; gij hadt, in dat ge- val, de Brikken der listige Palonnier niet kun* nen ontgaan. Ik ben thans meteen op de huichelares gewroken, die mij nog ven fpijtig als voorheen, op zekefen afftand en met ene R 4 foort...”
4

“...zij haar dan ook ,* kort daarna, in gemelde hoe- danigheid op zeer voordeelige voorwaarden had aangenomen. En het was ten huize dezer mensch- lievende vrouw, gelijk wij hebben gezien, dat Kapitein van der Stap zijne geliefde nicht Henrietta wedervond. Op deze wijze ontknoopte zich thans, door de oplosfing, die elk der nu vereenigde vrienden van zijn wedervaren gaf, al het raadfelachtige, dat tot hiertoe in de ontmoetingen van fommige perfonen in deze gefchiedenis voorkomende, was overgeble- yen. Zoo vrolijk, met zoo veel hartelijke vreug- de was te Am ft er dam, misfchien finds langen tijd geen avondftond gevierd; hadden zich finds \ lang geene vrienden in gezelligen kring bijeen gevonden; vrolijk ging de beker der vriendfchap * en der vreugde van mond tot mond; het was lang na middernacht eer iemand van fcheiden fprak. Jufvrouw HENRiTTA Dalman zou, bij voorraad, Ijaar verblijf ten huize van hare moederlijke vrien- din Mevrouw Swarthoven houden, tot tijd en wijle sKonings verlof den...”