Your search within this document for 'majoor' resulted in two matching pages.
1

“...blij- ven en ik niet voor haar verloren zijn. Laat ik. n den uitflag mijner pogingen, in s Gravenhagc aangewend, melden. Ik vervoegde mij, dadelijk na mijne aankomst,: bij het departement van oorlog, om mijnen dienst aan te bieden; ik werd gelast mijnen (laat van dienst in te leveren, waaraan ik dan ook ten fpoe- digfte voldeed. Ik zou ongetwijfeld nog zoo fpoe- dig niet geplaatst, maar mij welligt halve foldijtoe- gelegd zijn geworden, indien ik niet het geluk hadde gehad hier den gewezenen Majoor van mijn rege- ment te ontmoeten, die thans een hoogen, admini- ftratieven post bij het leger bekleedt. Aan zijne aanbeveling en belangrijken invloed heb ik voorze- ker den fpoed te danken, waarmede ik geplaatst ben; eergisteren bekwam ik mijne aanftelling als eerfte Luitenant bij een bataljon infanterie, dat te Amftcrdam in garnizoen ligt. Ik denk mij aanftaan- den maandag derwaarts te begeven; en zal u van daar nader fchrijven. Thans wordt het tijd dezen, te...”
2

“...en keerde dien namiddag niet terug. Den volgenden morgen evenwej ontmoette ik hem bij den Overften ; hij fprak mij het eerst aan, en vroeg: ,, Hoe laat drinkt/gij gewoonlijk thee? ik wilde u dezen namiddag een bezoek geven. Gij kunt komen, hernam ik droogjes: ,, Te zes ure vindt gij mij te huis. Bone liet zich niet wachten, en kwam dien namiddag op den bepaalden tijd.' Toevallig bevond zich juist nog een kameraad te mijnent, mede een Luitenant bij ons bataljon, dien ik reeds als Serjant-Majoor in F/anfchen dienst, bij het leger in Rusland had gekend, en dien ik wist een man van eer, en een regtfehapen mensch te zijn. Bon was, tegen gewoonte 1 aan regt open. en hartelijk jegens mij. - Eer ik hier voortga, moet ik dit van hem zeggen, dat ik nooit van mij kon verkrijgen, hem in dat ongunftig daglicht te befchouwen, waarin anderen hem wilden geplaatst zien: het is waar, door zijn losbandig gedrag en gebrek aan beginlelen maakte hij zich aan grove buitenfporigheden fchul- dig; maar hem...”