Your search within this document for 'ma' resulted in ten matching pages.
1

“...door knap mensch is, nog een legen pakhuis-zolder, dien hij aan het gezelfchap in gebruik geeft: anders kwam er de huur voor een lokaal ook pog bij. Overigens: het. is dat UEd. uit de West van daan, en dus zoo veel als een buitenman zijt: anders heeft niemand vergunning, om de vertooning bij te wonen, of hij mot lid zijn en er voor hebben ingeteekend, Daarom moeten de vrienden die UEd, medeneemt, ook maar zggen, dat zij buiten de ftad van daan zijn: de oppasfer kon anders ligt zwarigheid ma- ken, hen er in te laten. Nu! wat hamekater! dsiar liggen drie Zeeuwen, A } baas*...”
2

“...Prou- y, welman oud-opperffuurman, op de Gelderfehe , Kaai, nabij den Buitenkant 4 in eenen victualie- winkel, Fi done! ee lourdaud!99 Dus borst Juf, vrouw Hortense de oudft dochter des Heeren Knuppelbusch uit, nadat kapitein Van der Stap even de huisdeur achter zich had. Fidonc / herhaalde zij, en trok haren neus, di eenen verzamelaar van legpenningen, het profil van Keizer Galba zou hebben te binnen gebragt, nog eens zoo fchimpend op. ,, L9as-tu entendu, Juliet- te? .... Baas! baas baas Ma foi! papa baas te...”
3

“...DE NEEF VAN CURASAO. i1 ,, te noemen!.... De onbefchaamde! het was, als deed hij het er om; dat ging, oin het andere woord, baas! Ma foil baas!!.... ik ben gen- ,, digneerd. Niet meer 'dan ik: en sois sr, ma steur / fprak Jufvrouw Juliette des Heeren Knuppel- busch, jongde telg, die niet hare zuster Hor- tense in eene aangrenzende kamer gezeten, het gefprek, dat tusfehert haren vader en Van der Stap in het fpreekvertrek plaats had, gedeeltelijk had afgeluistei-d, en nu ook het geprangde hart wilde lucht geven. Maar, vervolgde haar Ed. is dat ook zich exprimeren, vis d vis zulk een individu'!' Je tai dit cent fois : papa pretendeert verftand te hebben; maar hij taleert geen grein ducatle, de man heeft geeri manire de yivre. 4, Hebt gij die bxpressien 'gehoord?... Je le repte, j, ma steur, waarachtig! papa heeft geene men- ,, fchenkenms; c'est un homme sans fagon, een man, die zijne familie ridiculiseert. Het cha t, grineert iemand, aan zulk eenen mensch gepa- renieerd te zijn;...”
4

“...ionises te laten zeggenDie vlegel! met zijn baas! 'baas ,, De karei zou een opulent fortuin bezitten, ,, a cc que Pon dit - J'cn ai oui dire, Puissant richc en weduwe^ naaf.... Comment P Ne pas mari? En naar men verzekert, opzettelijk gerepa- trierd om..., raad eens, Juliette! pour sc choisir une femme hollandaise / Fi done hollandaise 99 Aan wie ook anders dit grotesk figuur zoude , gevallen! Oh del! ce monstre mar in! Eh hien, ma steur! eh bien! Je Favoue, cs gens sant mal lchs, mais. de bons poux, traitables.... Oh / adorables !..,, Ma foi! ils ont de la bonhommie!.., Maar, gij gaat mij telkens in , den weg (laan, en belet mij in den fpiegel te zien. Recules done un peu! Mijn garnituur i$ geheel en dsordre, Vindt gij niet', dat dit bal-kostuum mij. lgant ftaat? Het kleedt u wel. Doch gij betaalt uwe blon- , des fchreeuwend duur. Madame perroquet is anders vrij civiel. Of- - fchoon zij uw krippen kleedje norm hoog heeft ge-...”
5

“...DE NEEF VAN CURASAO. 25 door middel van hijsehtouw en blok, van uit d diepte te verlosfen, en den overigen toeftel, zoo goed en kwaad men vermogt, weder op de been te helpen. Eerst echter had men de Jufvrou- wen Knuppelbusch met kunst en vliegwerk, uit het brommertje gehaald, en van fchrik bezweken, in het naaste wijnhuis gebragt: waar haar Edelens, door een vijftigtal menfchenvrienden, met jenever en ftroop tot zich zelven werde gebragt en aan de maatfchappij teruggegeven. Oh ciel!.... ma pauvrf garniture!,'' - Dit waren de eerfte, fmartelijke woorden, met welke Jufvrouw Hortense, een diepen zucht {la- kende en de oogen wild in het rond flaande, van uit hare bezwijming herkwam. ,, C est tout chiffonnt, gdt, derang!... liet hare zuster, die ook zoo even in dit onder- maanfche leven was teruggekeerd, na eene benaauw- de ademhaling, tot antwoord hooren. Zij leven beide nog als alen! fprak een koopman in paling en zoutevisch, die menschlie- vend eene behulpzame hand had geboden, om de...”
6

“...DE NEEF VAN CURASAO. 119 ,, wien niets te halen is. Om die reden heb ik mij en mijnen knecht dus povertjes uitgerust, want kwam ik gelijk het behoorde, dan zou het vetpot zijn; doch daar moet geene moederziel een haar van weten. Wie van mijne maag- fchap nu de proef goed doorftaat, en den armen neef hartelijk ontvangt-, die kan op Kapitein van der Stap en zijne vriendfchap ftaat ma* ken! Weldra weet men nu in de fchuit, dat de laafde ingekomene, Kapitein van der Stap heet, die fchat- rijk uit de Wcstindi is teruggekeerd, en zich thans op reis bevindt om zijne familie' te bezoeken, welke hij, in dit gewaad vermomd, op den toets gaat del- len. De Schipper verhaalt dit in vertrouwen aan zijnen knecht; deze deelt het in vertrouwen aan een ander mede; en zoo geraakt het fpoedig, ver- rijkt met eene menigte bijzonderheden door de ge- heele fchuit verfpreid. Ik dacht ook al zegt iemand die in het ruim der fchuit zat en aan wien de knecht dit verhaalde: hoe komen twee zulke vagebonden...”
7

“...Utrechtfche fchuit naast de zoogenaamde Officiersweduwe was gezeten; Da- delijk is de kennis op nieuw aangeknoopt. Ha! oude reisgezellin, heb ik u dddr ? dus fpreekt onze Jan znder omflagy de Jufvrouw aan* Hoe vaart gij al, federt gisteren ? s, Zeer wel, om Mijnheer te dienen. Ho 9, vaart UEd. ? hervat de Jufvrouw, eenigzins Verlegen over den toon en wijze, op Welke zij doof den vreemden Heer, in tegenwoordigheid der reis*' genooten, wordt aangefproken. Gaat gij ook een uitflapje naar Deventer ma- S ken; of raken wij u onderweg kwijt ? 33 Neen 3 Mijnheer! ik reis tot Deventer y alwaar ik woonachtig ben. ,3 Zoo I wont gij te Deventer? Dan zult 33 gij waarfchijnlijk mijne nicht wel kennen ?' Zij ,3 plagt, jaren geleden, aan de markt nabij de 3, Brinkpoort te wonen.... H MaS ik vragen, Mijnheer! hoe heet de J,uf- 33 vrouw? Barta van Ponten; Zij plagt ef warmp- ) ies in te zitten. Eigenlijk is. zij eene behuwd-.- nicht van mijne overledene vrouw* Tegenwoor-
8

“...gewijzigd wordt, en wier linkerhand dikwijls niet weet, wat de regter doet. Het fchranderst overleg beftuurde hare men- fchenmin. Gedachtig aan de gulden fpreuk, dat ydS den altaar bedient, er van leven moet, had zij, de edele maagd! nu gedurende driendertig jaren den altaar der hulpvaardigheid bedient, en er getrouwelijk hare levensnooddruft en nog ietwes daar te boven uitgehaald. Uit louter medelijden leende zij den evennaasten, die in bekrompene 'pmflandigheden tot haar de toevlugt nam, tegen de ma-...”
9

“...alvorens ik Deven- ter verlaat; daar ik, in gevolge uwe zoo vriende- lijke uitnoodiging, na den voorgeftelden 2often van Mei, tot u denk te komen. Den juisten dag van mijn yoorgenomen vertrek durf ik u echter niet wel bepalen, uit hoofde ik de gelegenheid om weg t komen, als ter vlugt zal moeten waarnemen, daar mijne tante, volgens den raad van ons Bet- je van alles onbewust moet blijven, aangeziea zij anders geene middelen ongebezigd zoude laten, om mij het vertrek uit haar huis ondoenlijk te ma- ken. Ziedaar, lieve vriendin! eene bekentenis, welke ik u niet verzwijgen mag. Bij mondelinge opheldering van een en ander zal u alles, wat tot mijn tegenwoordig lot betrekking heeft meer dui- delijk worden De tijd gebiedt mij intusfehen, wil ik niet door mijne tantp verrast worden, dezen brief te fluiten. U te zeggen, lieve, geachte vriendin! hetgeen mijn hart voor u gevoelt, kan ik niet; maar ik eindig dezen, in de hoop van u en uwe waardige ouders eerlang in perfoon te omhelzen, en in uwen...”
10

“... couranten te gemoet ziet, toet het verlangen van iemand, die het ter perf zijnde nummer Van een maandlchrift verbeidt, waar- in hij, voor .het eerde dbut, eene Vrucht vaii Zijnen herfen arbeid wenscht aan te treffen* Wat of er toch aan het huis van Prowl- MAN te doen is, dat er zulk eene ongewone b drukte heerscht ? toogt de eene buurjuffrouw zoo aan de andere vragen.' Er moet voorzeker, dezen avond, gezelfchap zijn; ik heb er al ver- fcheidene lieden zien binnengaan, en tot twee- X a *, ma- ft...”