1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/08/38/00001/NL-0200050000_UBL10_00439_0333thm.jpg) |
“...zal ik
het u eens wat nader uitleggen. Wijlen mijne
* Eva en de vrouw van Domin Dalman te Ber-
tingen, lieve man! de goede zielen zijn
*> thans, zoo wij hopen, al te zamen in den he-
ft mei! waren volle nichten: want mijne vrouw
heette Kruijtmaker van haar zelve, en de
vrguw van Domin Dalman was eene geborene
Jufvrouw Glinstra ; dus zusters en broeders
ft' kinderen, of gij het vat ? ook--
Kapitein van dr Stap zou bedaardelijk voort-
gegaan zijn, met den Heer Renberg, die als op
gloeijende lava ftond, de geflachtsrekning zijner
maagfchap op t helderen, indien niet Jufvrouw
Gronne, het woord vattende, hem in de reden
gevallen was, door te zeggen: Eilieve, Heer
Kapitein! fta mij to, om eens uit den droom
97 te...”
|
|