1 |
|
“...Voor*
Iemand in den tnaalfiroom te nemen Zegt niets;
Te erg is te erg dit is uitgmaakt! Teil
allen gelukke nadert er enige beweging van den
kant der Osjesfluis. Het zijn Mejfvfouwen H. en
S. Knuppelbusch die begeleid door eenen ftoef
jongens, van hare noodlottige reize naar den aard-
appelenkelder te huiswaarts keren; - De menigte
doet zich eens regt te goed! zij ziet den Oploop
haderen. Daar komt al wer wat aan! roept
men ; en vlast op nieuwe bedrijven; dat is dzen
avond drie v,liegen in nen klap! eene vechtr
partij* een paard in eeiien kelder, en waf
het mooist is! ~ eene redevoering in het open-
baar met zang en dans achter aan! Afwisfeling
Van tooneel bevalt; zulke buitenkansjes vallen nief
alle dagen voor; en aan een dergelijk pretje heeft
men zich het hart in lang niet mogen ophalen;
Maar!
*, Er zijn dinaafs bij I en heeren Vafl het Ge~
j, regt! laat eene ftem Zich hooren. *
Dat is dood jammer! zegt mett; *, Het ple-
j, zier bgon n eerst regt aan te komen! Hef
4, moest nog een...”
|
|
2 |
|
“...huishouding waar te npmpn- Wpldra
w deed er zich eene dergelijke beftemming op. De
Heer Knuppelbusch weduwenaar geyvorden
zijnde, en twee dochters hebbende, die zich
weinig met de huishouding bemoeiden, zocht
mij, tot het waarnemen van dien post bij hpm,
, aan; en ik ging onder billijke voorwaarden daar-
toe over.
M Maar kondt gij dan ook geene betere getegen-
heid vinden ?
In welk eenen zin meent UEd. dat ?... voor-
deeliger ? ... aanzienlijker ..
Hoor, Jufvrouw! gij kent mij; met achter-
klap of oude wijvenpraat houde ik mij niet op.
Verduiveld! wat raakt mij, hoe een ander de
" vloot Huurt. Maat ik hoorde dezen avond, bij
* toeval, zeggen, dat het.dien patroop Knuppel-
busch, op geene Hukken na voor den wind
ging, en het fchip er geweldig fcheef oyer Zjjde
* ging. Daarom zpide ik>, dat gij wpl iets tytfers
had kunnen, vinden.
' Wat zal ik UE4* zeggm, IJepr Jvapifpn? Tot...”
|
|