| 
          
            | 1 |  | 
 “... : offchoon -men" het neeffchap wel
 met eene loodlijn konde uitmeten zondef
,, dat men op de eerfte vijfentwintig vademen
 grond raakte; doch het was toen bij ons, gelijk
 gij weet, de zoete inval: wanneer hij kwam,
 dan  ontving mijn Griet hem gastvrij en gul-
 hartig, en wij deden hem alle vriendfchap aan.
,, Neef Haalwijk  dus heette de knaap  liet
 zich dat opperbest welgevallen; hij at en dronk;
 fliep in de fraaifte kamer, die wij hadden; eii
,, werd ten laatfte zoo gemeenzaam te onzen hui-
9, ze, dat hij nu en dan nog wel de een of ander
 op het avondeten medebragt; en dan mest
 Griet maar opdisfehen.
 ;Nu had hij ons wel honderdmalen verzocht,
j, dgt wij. hem toch ook eens mesten komen op-
,, zoeken: hij woonde even buiten Utrecht, paar
den kant van Vreeswijk, op een klein.'biijterf-
I cc	5>'goed*
99...”
 |  |  |  
            | 2 |  | 
 “...uitgebreid
flad kende, zich begevende tot den braven van
Lrenoichem en zijne vrouw, die, op het verhaal
van are ongelukken, haar met opene armen ont-
vangen en liefderijk in hun huis opgenomen had-
den. Hier had Jufvrouw Dalman den brief aan
Burnagel gefchreven, welken wij in de vorige
afdeelmg reeds gelezen hebben; en, nadat zij eenige
1 Tm du Wn,ng V3n Vader VAN Brendichem
iad doorgebragt, en deze achtingwaardige oude
2 aar gedurende dien tijd, vurig hadden
hef gekregen was haar door de vronw des hui-
zes, die zich harer als eene tweede moeder had
aangetrokken, eene plaats van gezelfchapsjuffer be-
rgd bij Mevrouw de weduwe Swarthoven als
bij wte de goede vronw v
heen zelve lange jaren dienstbaar was geweest. Op
Y 3	te...”
 |  |