| 1 |
 |
“...Jufvrouw Gronne, daar zit
y gij nu! fprak de Heer Knuppelbusch in zijrf
handen fpuwende< -
y, Zie eens! voer de Heer Ossepoot zich
tot partij, wendende, voort: de zaak is ei-
genlijk aldus gelegen : de * 'Heer Knuppel-
n busch bij voorbeeld, denkt 'met "ns eri-
ftemmig of-hij- denkt mt ons niet eeri-
n ftemmig. Nu ftel ik- ht eerf gcvAl: denkt
zijn Ed. niet' ons eenftnimig,'dan denkt hij
niet en blijft aan ht kleermakerij Mair
i1 tegenovtgefteld-; luister wel 'toel' derikt
n zijn Ed. roet ons -hit -eenfleinmig, dai derikt
treedt buiten zijn zoo nuttigt Vak, en
wordt dus doende een gevaarlijk wezen ih dd
-s3 . 4 v
maft-...”
|
|