1 |
 |
“...DE NEEF VAN CURASAO. 107
gij dan de poppen aan -het danfen! In plaats
van nu langer tegens ;' uit,,te.-varen,. vangt
,, ..gij-aan, het. op hem ..te laden.; gij.maaljt y.
geweldig boos, omdat hg u in het gngejijk
i, ,, durfde dellen; vaart hvig tegeh hem uit,
,, en laat u eindelijk, kwanstvijs in uwe 'drift,
,, ontvallen: Komt gij hir uit Amfterdam,
,, ,, om tusfchen man en vrouw kwaad zaad te
s* n firooijen; om mijnen man tegen mij op
,, te zetten? Gij zult mijne deur uithelfche
,, ,, ftkebrand! 'of\ik ruim ng hden zelve het
j, huis; enz. - Zoo iets gevoelt ,gjj., laat
,, hij zich niet zeggen; hij wordt g.raakt,. ep
wil onmiddellijk vertrekken. Nu treed ik .als
,, bemiddelaar "op.; ik tracht u aan te tonnen,
,, ,, dat? neef Onpartijdig d waarheid heeft hulde
,, gedaan, zonder het oogmerk te hebben ge-
,, ,, bad, om tusfchen; man en vruw kwaad te
,, doken. Gij laat u echter niet te nederzet-
ten, niaar zweert .bij .kris: en kras, dat inge-
,, val hij niet dadelijk vertrekt...”
|
|