1 |
|
“...van des Kapiteins
afwezigheid uit het vaderland, hadden zijne 113b c-
Baande fchier niets van hem of hunne nicht ver-
richten. Jan was geen liefhebber van brieffebrij-.
ven; zijne vrouw kon niet vlug niet de pen om-
gaan; daarbij kwam hun heen en wetter zwerven
van Oost naar PFest, en het aanhoudend vefwisfe-
left van verblijfplaats, zodat- ook hunne familie
nimmer wist, waar zij zich onthielden; dit te
zaamgenomen maakte, dat Kapitein van der Stap
in al die jaren geenen duit aan briefloon voor fa-
milie-tijding had uit te geven. AIs; de vrienden
maar friseh en gejond zijn! fprak hij. Wat
baast...”
|
|
2 |
|
“...en zijne weduwe
hare zaken aan eenen anderen had overgedaan. De
tegenwoordige kastelein en zijne vrouw waren beide
uit het Overmaasfche; en hadden mij dus niet ge-
kend zoodat ik naar allen konde vragen, zonder
herkend te worden. Verbeeld u mijne ontroering,
toen'ik hoorde, dat de brave Domin Dalman en
zijne vrouw beide, voor anderhalf jaar reeds over-
heden waren, en hunne dochter finds het dorp had
verlaten en zich bij eene:tante te beventer bevond.
Hoe deerlijk was mijn wensch, om deze lieve fa-
milie in welftand te ontmoeten, teleurgefteld; en
mijn geliefkoosd plan, om haar door mijne onver-
wachte terugkomst aangenaam te verrasfen, ver-
O 4 ydeld!...”
|
|
3 |
|
“...bedrogen
en misleid;' de vreugde mijns levens is voor altijd
verwoest; ik. heb eene Hang aan het hart gekoes-
terd. ... Doch neen! nog kan ik het niet geloo-
ven, offchoon ook alle mijne zinnen mij de vrees-
felijke waarheid er van opdringen. Hemel! zou
dan de ondeugd zoo listig kunnen huichelen ? zou-
den dan achting en liefde flechts klanken zijn,
waarmede bedrog en eigenbaat hun fpel drijven?....
Neen! het is niet mogelijk, dat de affchuwelijkfte
valschheid zich zoo kundig onder de mom van*
Fa en-...”
|
|