1 |
|
“...DE NEEF VAN CURASAO,
rr8
daarmede de oude Heer den Kapitein voortdurend
bejgent, doet den Schipper en; het verdere reisge-
zelfchap zien, dat deze laatlie toch' iemand moet
zijn, dje ng al iets meer in de wereld beteekent,
daii zijn uiterlijk voorkomen wel aanduidt. Hij
fchijnt, de ongure bejegening, hem door den Schip?
per aangedaan geheel te hebben vergeten; er wordt
geen woord van gerept. Maar des te levendiger
is het gefprek, dat ih de roef gevoerd wordt; het
begint met de gewone inleiding: het fraaije weder
en de fchoone gezigten ter wederzijde der vaart;
en wordt allengs door andere onderwerpen afge-
tvisfeld. Straks komt men op het doel der reis en het
vervelende van het acht uren lange zitten in de fchuit,
Het verwondert mij zegt de oude Heer,
die den Kapitein kent, tot dezen, ,, dat UEd,
de reis niet met rijtuig maakt. Ik hoorde gisr
teren, 'dat UEd. hetzelve had aangelegd; en zag
,, uwen nieuwgekochten kap wagen bij den rijtuig-
fchilder liaan.
Ja, maar gij moet weten, hernam...”
|
|
2 |
|
“...DE NEEF VAN CURASAO,
153
Bovendien9 de wijze waarop de Fleer, dje den.
voorflag deed, te werk ging., was zoo dringend
minzaam, dat men ene onbeleefdheid zoude begaan
hebben, door zich daaraan te onttrekken, en
ontijdige trotschheid' zoude hebben aan den dag gew-
iegd door niet in de handeling, toe te Remmen.
De inzameling gefohiedde derhalve* Kapitein van
Per Stap was regt getroffen, door het beleid en
de edele milddadigheid van den Heer die het voor-
ftel had gedaan, en wiens onbekrompene bijdrage
de welgemeendheid zijner handelwijze ondubbelzin-
nig ftaafde. Ook hij zelf fchonk eone vrij belang-
rijke gift, en bood? toen den hoed de twee andere
reisgenooten aan ^ waarna de eerlle inzamelaar den-
gelven terug bekwam, ledigde, en het daarin ge-
vondene aan de Officiers weduwe ter hand ftelde,
met het bijgevoegd verzoek- dat zij hen het ver-
maak mogt bewijzen, dit klein- gefchenk als een
blijk van de teedcre deelneming barer reisgenooten
welwillend aan te nemen, Kiefcher,, teederer
en...”
|
|
3 |
|
“...g nu en dan hoop te fchrij-
ven; zoo doende kunnen wij de gemaakte vriend
fchap onderhouden. Draag intusfchen uw treurig
lot geduldig, lieve vriendin! en blijf flechts op
s Hemels hulp en redding vertrouwen, welligt
daagt er, fpoediger dan wij verwachten, eene uit-
komst voor u, hetwelk te vernemen, mij tot har-
telijke blijdfchap zal ver (trekken.
Wij bevinden ons hier, gelijk UEd. kunt be-
feffen, in eene buitengewone drukte. Wij hebben
eenige dagen vrienden uit Noord-IIolland over ge-
had, dje verpligt zijn geweest te vertrekken, daar
de ganfche huishouding, met dit geval, overhoop
ligt. Het is den ganfchen dag niet dan inpakken
en bezorgen van meubelen en huisraad, wat wij
thans te doen hebben. Tegen den iden dzer
maand denken wij met al onze goederen te Ant-
werpen aangekomen te zijn.
Zijt intusfchen van mijne opregte deelneming,
achting en vriendfchap verzekerd. En houd &u
overtuigd, dat, waar ik u immer van dienst zal
kunnen zijn, ik mij te allen tijde daartoe bereidv
vaar-...”
|
|