Your search within this document for 'chip' resulted in one matching pages.
1

“...D NEEP VAN dMgA. 3e? Van den kruidtuin gekomen zijnde, hoort men eeti trom aankomen; het is eene kompagnie foldaten, die van de wacht is afgelost en naar de kazerne terugkeert. Kapitein van der Stap, die ais een knap zeeman, aan boord van een (chip, voof geen klein gerucht vervaard is, maar zelfs hij het verfchrikkelijkst noodweer op zee, het fchecps- volk, door zijn voorbeeld, eenen riem onder het hart wist te binden, is, wanneer hij zich in een rijtuig of toevallig te paard bevindt, tot in het overdrev-ene toe bezorgd en omzigtig; nu! dat iS den man toe te geven: hij had eens, tot op le- vensgevaar met een rijtuig omgelegen; en boven- dien te paard is hij in zijn element niet. Terwijl de trom allengs nadert, en de Kapitein de paarden fcbuw de ooren ziet intrekken, klimt zijne bezorgd- heid voor een mogelijk ongeluk. Zeg eens zwa- ,, ger! zegt hij tot den voerman, hem p den fchouder tikkende: vallen uwe paarden ook wat fchichtig, als er eene trom voorbijgaat ?* ,, Pah! hervat de voerman...”