1 |
 |
“...DE NEEF VAN CURASAO. 37
y, maatfchappij, dat onberekenbaar veel kwaads
kan (lichten. ,, Dit fluit immers als eene
bus?...
,, ilk laat mij in de lappekist kuipen: zwoer de
Heer Knuppelbusch als ik begrijp hoe dit in
,, malkander hangt 1
Dat is een flukje uit de Logica, mon che'r
papal onderrigtte de Heer Jojakim zijnen
vader,
Ja 1 al was het er een uit China, hernam de
oude Heer. Mij is het Hbreeuwsch.
Met uwe geleerdheid moet gij mij niet aanko-
menfprak Jufvrouw Gronne tot den Heer
Ossepoot. lk redeneer naar mijn natuurlijk ver-
,, ftand. Druk u verftaanbaar uit, zoodat gij
,, niet boven de gewone, menfeheljjke bevatting
A> gaat 1
Dat zeg ik ook! fprak de Heer Knup-
pelbusch. Wij moeten voet bij iluk hou-
den. Ik heb toch anders mijn gezond oordeel
,, ook....
Daar holt gij weder heen!' hernam de Heer
Ossepoot. Er komt hier geen oordeel, geen
verftand te pas: dit bezit een boer ook. Gij moet
niet redeneren; gij moet aannemen, vasthouden,
,, doordrijven....
. Ei, wat...”
|
|