Your search within this document for 'beitel' resulted in one matching pages.
1

“...5 DE NEEF VAN CURASAO. n Wacht! ik bedenk er iets op. Kbus kom eens als de wind hier! Daar ben ik al, Stuurman! fprak Kobus, Wat is er van uwen, dienst ?., * Loop eens fatansch gaauw naar den krommen Pouwelsen hier om den hoek, en beitel eene , llede! 4- Maar.., op het oogenblik hier voor de deur!..,. hoort gij wel! Voort was Kobus al; en na korte o.ogenblikken Hond er eene llede voor de deur, De knecht IcheL de aan. Zeg eens dat de lleper er is! Prouwelman kwam naar voren. ,, Is u baas dronken of gek? gromde hij tegen den knecht, Wie bedoelt er nu zulk ene llede! die zou wel wat helpen tegen het nat worden!. Het was eene opene vrachtllede, De jongen, die haar beitelde, fprak de knecht 3 zei: ,, hij geloofde, dat er eene vracht kabeltouw naar den Harlinger lleiger moest gebragt wor-, den. Loop naar de Hottentotten, vent! Zeg aan uwen baas, dat hij dadelijk eene toellede zen- de. Mijne vrouw en hare nicht moeten naar den fchouwburg, Span er dus niet zulk een ouden...”