1 |
 |
“.../
178 DE NEEF VAN CURASAO.
Jakob van den Schout was Vrijdag; wij meisjes
moesten vrouwen verbeelden, die door de wilden
in het' bosch vervolgd 'werden; daarvoor fpeelden
Bastiaan eii t Harmen Breginck met de zoons
van Wouter-baas den Smid; en dit laatfte was
er door Frits bij bedacht. Z6o dikwijls ik Bas*
tiaan Breginck zie, denk ik er nog aan, hoe hij
eens, voor den ouden Donderdag fpelende, zich
het aangezigt zoo vervaarlijk met roet had toegefteld,
dat er geen fchoon krijgen aan was; het was op
het tipje van den fchooltijd; de arme Bastiaan flond
duizend angften uit; maar Frits Renberg fprong
voor hem bij den Meester in den boeg, en de goe-
de jngen kwam er gelukkig zonder knorren af.
Van onder de zoogenaamde Zwitferfche brug, niet
ver van den waterval, redde Frits eens met le-
vensgevaar den ondeugenden Eduard Boone uit
de beek; en aan den ingang van het populierbosoh-
je viel Jan Zuidman uit den boom, toen hij zijn
been brak, waardoor hij nu nog met. eene kruk
moet gaan. Ik zou u...”
|
|