Your search within this document for 'ais' resulted in five matching pages.
1

“...geld begon t denken n daarom gaarne wilde, dat de akte in optirhd frma, ter Wereld kWami j, Ik i, geloof, al te kunnen begrijpen, Waar Mijnheer i, van Knuppelnburg, heen Wil: Mijnheerj i, 2ijn zoon j fpeelt dadr boven j Waarfchijniijk j i, zo veei als komedie.:. i i, Welja!. j wat anders ? dat bdoei ik irii- mets ook. hernam de Neer Knpplbusch 4 Wien het niet ns was ingevallen j dat ineii hem niet Wei bgrepn had* Heb ik n van ai mijn ievenzeld t Heer Sperwer een zoo vroom gezigt trek- kende j ais zag hij eenen Ontvangerder registratie jn het Water vallen: Wie kon daar ook Op b- dacht zijn! Moet dat komedie fpelen beteeke- i, nen! i, He! wat dacht UEd. dan, dat het anders kon B 2 zijn?*...”
2

“...n:,, ,j Luister!,; Gij braadt morgen middag de osferib., doch zorg, dat zij niet: al te gaar -pp tafoj kome. Om het voorzigtig te doen., zoodat PiIowelman niets merke, maakt gij dat het vleesch, iets meer dan half gaar, ,, worde opgedischt. Als wij ons dan aan tafel zetten, zal ik voorfnijden, en., u bekjj- ven, omdat gij het .vleesch niet behoorlijk ,, .gaar, braadt. Dan verdedigt gij u; het komt tot hooge woorden tusfchen ons; en wanneer ,, de twist op het' hopgst js, rpcp ik hem ais fcheidsman in. Nu gaat .ook -hij .aan het. fnij- den, vindt dat het vleesch niet gaar is; en ftelt' bij gevolg in het ongelijk. .Daar helt 55 55 S 55 55...”
3

“...vaderland, hadden zijne 113b c- Baande fchier niets van hem of hunne nicht ver- richten. Jan was geen liefhebber van brieffebrij-. ven; zijne vrouw kon niet vlug niet de pen om- gaan; daarbij kwam hun heen en wetter zwerven van Oost naar PFest, en het aanhoudend vefwisfe- left van verblijfplaats, zodat- ook hunne familie nimmer wist, waar zij zich onthielden; dit te zaamgenomen maakte, dat Kapitein van der Stap in al die jaren geenen duit aan briefloon voor fa- milie-tijding had uit te geven. AIs; de vrienden maar friseh en gejond zijn! fprak hij. Wat baast...”
4

“...ais DE NEEF VAN CURASAO. ontving ik Henrittas laatften kus en afscheids- groet, met den zegen van haren vader. Vaar- j, wel, mijn zoon! fprak de achtingwaardige grijsaard diep getroffen. Wij zien u met wee- moedige bekommering vertrekken. De toekomst is y, voor u donker. Nog is de oorlog niet verklaard; maar alle toebereidfelen doen vermoeden, dat dezelve weldra zal uitharden. Het leger, waar- toe gij behoort, trekt thans Duitschland in, maar de Hemel weet, waar verder heen. Als een Slagtoffer der heerschzucht van den dwinge- land, onder wiens ijzeren roede Europa thans gebukt is, gaat gij, waar flagvelden en hospita- len, waar krijgsgevangenfchap en duizend andere gevaren u welligt vrbeiden. Doch houd goeden moed en den Hemel voor oogen. Blijf aan eer en pligt getrouw; en vrees niet voor de rampen die u dreigen! Ziet gij dezen handwijzer, Ren- berg? Zoo wijst elke ramp, die u op uwen verderen levensweg zal wedervaren, u op den ), weg, welke naar het betere vaderland geleidt...”
5

“...D NEEP VAN dMgA. 3e? Van den kruidtuin gekomen zijnde, hoort men eeti trom aankomen; het is eene kompagnie foldaten, die van de wacht is afgelost en naar de kazerne terugkeert. Kapitein van der Stap, die ais een knap zeeman, aan boord van een (chip, voof geen klein gerucht vervaard is, maar zelfs hij het verfchrikkelijkst noodweer op zee, het fchecps- volk, door zijn voorbeeld, eenen riem onder het hart wist te binden, is, wanneer hij zich in een rijtuig of toevallig te paard bevindt, tot in het overdrev-ene toe bezorgd en omzigtig; nu! dat iS den man toe te geven: hij had eens, tot op le- vensgevaar met een rijtuig omgelegen; en boven- dien te paard is hij in zijn element niet. Terwijl de trom allengs nadert, en de Kapitein de paarden fcbuw de ooren ziet intrekken, klimt zijne bezorgd- heid voor een mogelijk ongeluk. Zeg eens zwa- ,, ger! zegt hij tot den voerman, hem p den fchouder tikkende: vallen uwe paarden ook wat fchichtig, als er eene trom voorbijgaat ?* ,, Pah! hervat de voerman...”