Your search within this document for 'ai' resulted in eight matching pages.
1

“...I K i Tgfay SoO SH K PlS §m| Uf mmm mm. 1111111 ii mmm, si Z\J&1 '^SBBjj HMBB H ifi SfeB Mala EmRM g|, t ssshs p9K Bilin ai pssisji mm mmm MS t$ rm i &S| MBf hu VrwiOt 9i 1S£ IWI mm mm mWm mm mm m- - .-,' : ,r''" -* mm mm wmm MW IH mm wm mm IBW * TO Miffi i 3#fej i**K WkzmmmmiM mmrnn m-r...”
2

“...is DE NEEF VAN CURASAO. j, r.en wereldtoon. Was dit eene conversatie met ,, dien varensknaap! Zulk eenen vent van alles ex- plicatie te geven! zich door zulk een tre aller- lei ionises te laten zeggenDie vlegel! met zijn baas! 'baas ,, De karei zou een opulent fortuin bezitten, ,, a cc que Pon dit - J'cn ai oui dire, Puissant richc en weduwe^ naaf.... Comment P Ne pas mari? En naar men verzekert, opzettelijk gerepa- trierd om..., raad eens, Juliette! pour sc choisir une femme hollandaise / Fi done hollandaise 99 Aan wie ook anders dit grotesk figuur zoude , gevallen! Oh del! ce monstre mar in! Eh hien, ma steur! eh bien! Je Favoue, cs gens sant mal lchs, mais. de bons poux, traitables.... Oh / adorables !..,, Ma foi! ils ont de la bonhommie!.., Maar, gij gaat mij telkens in , den weg (laan, en belet mij in den fpiegel te zien. Recules done un peu! Mijn garnituur i$ geheel en dsordre, Vindt gij niet', dat dit bal-kostuum mij. lgant ftaat? Het kleedt u wel. Doch gij betaalt...”
3

“...Notaris fprak de ne' getuige^ die aan zijne twee zesthaivn drink- geld begon t denken n daarom gaarne wilde, dat de akte in optirhd frma, ter Wereld kWami j, Ik i, geloof, al te kunnen begrijpen, Waar Mijnheer i, van Knuppelnburg, heen Wil: Mijnheerj i, 2ijn zoon j fpeelt dadr boven j Waarfchijniijk j i, zo veei als komedie.:. i i, Welja!. j wat anders ? dat bdoei ik irii- mets ook. hernam de Neer Knpplbusch 4 Wien het niet ns was ingevallen j dat ineii hem niet Wei bgrepn had* Heb ik n van ai mijn ievenzeld t Heer Sperwer een zoo vroom gezigt trek- kende j ais zag hij eenen Ontvangerder registratie jn het Water vallen: Wie kon daar ook Op b- dacht zijn! Moet dat komedie fpelen beteeke- i, nen! i, He! wat dacht UEd. dan, dat het anders kon B 2 zijn?*...”
4

“...DE NEEF VAN CURASAO. ai komen zien! Woensdag over veertien dagen zullen ze een nieuw treurfpel geven. -Indien UEd. begeerig zijt, om alsdan de vertooning bij te wo- nen: raad ik u, als vriend, dat UEd. er tijdig p bedacht zijt, u van lootjes te voorzien: er zijn er nog maar weinig meer voor handen; en het is bovendien' eene bijzondere gunst, dat UEd. dezelve bekomt, uit hoofde UEd. alhier woon- achtig en evenwel geen inteekenaar zijt. Hoor maar eens! ik geloof, dat hij, op dit oogen- blik, juist bezig is, zijne rol te ribbeteren.n Ik zal geen gebruik van uw aanbod maken, mijn goede Knuppelbusch Ik voor mij behoef, om treurfpel en te zien, niet naar den fchouw- burg te gaan: wij beleven aanhoudend treurfpe- len in ons notariele vak, waarin zij iemand zoo goddeloos doen bloeden, dat hem de oogen er van overloopen. Dat regt van registratie, mijn goede man! is de dood aan de praktijk! Er gaan geene drie maanden om, of zij houden mij voor eenige franken wegens boeten aan het been; dat zijn...”
5

“...5; DE NEEF VAN CURASAO. ontdaan, waar gevoegelijk een paard en aschkar tut fchen door kunnen, Ai wai! ai wai! heen hapering hin het fchirm 1n roept de ontfielde tooneclmeester, Nho es his geene fchwarigheid, Brham-, ,, toetje voert de voorzittende beftuqrder hem gerustftellende te gemoet. Een man, die tegenwoordigheid van geest en fielsfterkte bezit, vermag alles. De voorzitter peinst, overlegt, befluit; hij wenkt.... en na korte oogenblikken, heeft een turfzak met eene bos hooi de ruimte der onzalige opening ingeno- men. Wie achter aan zit en een weinig kippig is, weet niet eens dat er fcheur of fcheursgelijken in de gordijn is geweest. ,, Waar of toch de vrouwen blijven? zegt Prouwelman. De flede kon er lang geweest zijn, Dat zal aan dien druiloor van een fleper hg- peren, meent kapitein Van der Stap. ,, Het is dood jammer J zegt Prouwelman, ,, Nu komen zij daaraan, terwijl het fpel reed? lang aan den gang is. Konden wij intusfchen y% maar iets tot ververfching bekomen! Ja...”
6

“...?8 DE NEEF VAN CURASAO. Ichokken en gekraak! Het is of het ganfche ge- bouw inftort. Loges en dmphiteater neigen ten, val; zij dreigen alle naar beneden te komen. Met een angftig gegil vliegt alles van zijne plaats. Dak en wanden kraken; de zoldering dreigt te zul- len fplijten; fchouwfpel en fpelers zijn verdwenen. Een plotfelinge fchrik overvalt de toefchouwers, die van alle kanten een wanhopig ai wai! ai wai! doen opgaan. Alles vlugt; alles tracht naar een veilig heenkomen. De verwarring en ontfteltenis deelen zich, ook aan de bezadigdften, mede. * Wat mag er gebeurd zijn?... Het was als of een geweldig onweder het gebouw te morfelen llog. Hoor! i.. nog dreunt het en kraakt het, dat iemand hooren en zien vergaat! Wat is dat?... f Stil! maakt allen plaats! Daar treedt iemand den ingang der gehoorzaal binnen. Het is een af- gevaardigde des beftuurs. Hij wuift met zijnen zak- doek en. vermaant tot ftilte! Zijt allen een oogenblik bedaard, lieve vrien- den 1 dus zegt de binnentredende...”
7

“...des gezelfchaps, vriendelijk verzocht, 55 om voorzigtig naar beneden te klimmen. Hongelikken khotnmen her af! roept eene ftem. ,, Hik khom nooit wher liin filk heeft ,, ferfloekt fpekthakel!... Wie het ongeluk heeft, niet te kunnen klimmen, dus vervolgt de afgevaardigde des beftuurs bedaard. Dien -zal men, met alle behoedzaamheid, in een welvoorzienen waschmand, door middel van windas en hijschtouw naar beneden laten. De dievel hale jelhui befthier! Her fthaan >5 -hongelikken te gebeeren. Ai wai! harmen hen 55 bcenen worden her an flik gebroken. Wat apen dan ook moge zeggen, niets helpt. De vertooning heeft uit. Men moet van twee kwaden het beste kiezen, a. beflukaH-, door bet zol-...”
8

“...i6o DE NEEF VAN CRA^Ai jaanveJde ordelijk werd betaald, hadden zij te Bct- tingcn onbekrompen kunnen leven ; n zelfs jakr1 lijks nog its overhouden; Doch toen dezelve ; ^ Onder Napolons behind, allengs achterbleef, werden zij genoodzaakt, i, glijk nien zegt, van den hoogen booni te teren. Dit zou hen chter nog io voelbaar niet getroffen hebben* Maar er Voegden zich andere tdgnfpoeden bij. Jdfvrouw Dalman Werd door eene zware ziekte aangetast, welke lang aan- hield en niet geringe kosten veroorzaakte. Even te voren hadden zij een belangrijk gjtfdveflies On- dergaan. Zao hoopte zich de eene ramp op de andere; dat hen geweldig achteruit zette en m ichulden deed Vervallens Men wist t Bertingen echter niet beter, of Domin DalMan en zijne vrouw waren beide tamelijk bemiddeld en bezaten nog een eigen fonds, dat hen jaarlijks goede ren* ten opbragt. Ook hadden zij er Werkelijk voorheen wl ingezeten; doch hun vermogen was ongelukkig verloren gegaan* Naar ik wl ns meen gehoord te hebben, zou hetzelve...”