1 |
 |
“...C 58 )
Voldoende reedenen tot een allerfpoedigft herftel in
deezen te hebben aangevoerd; en het gevaar van
uitftel zoo klaar te hebben gedemonftreerd, dat zy
van de Landsvaderlyke zorg van Uw Hoog Mog.
mogen verwagten eene ferieufe attentie op deeze
hunne eerbiedige addrefte; en zulks te meer, om dat
dezelve uit geen ander motif is voortgefprooten,dan
alleen uit waare zugt voor de algeroeene belangen
van het lieve Vaderland, waar aan het herftel van
alle de Volkplantingen van den btaat, en fpeciaaldie
van de Landbouwende Colonien in de Weftindien,
(dewelke zonder de weder oprigting en kragtdadige
voortzetting van den vervallen Slavenhandel eerlang
tot den voorigen ftaat van Wilderniften zouden moe-
ten weder keeren) zo naauw verknogt is. ——»
Uet is dan ook om alle deeze redenen, en nog
fpeciaal ook uit aanmerking dat verfcheiden Planta-
gien thans nog in cenig vooruitzigtverfeerenvandoor
haare gedaane aanplantingen, en te makene Produc-
ten, het jaarlyks verlies hunner Slaaven te kunnen...”
|
|