1 |
 |
“...onzer voorouders die vrucht op rechten prijs gesteld
werd bewijst het volgende uit het werk van Herlein:
l)ij is jo gdjoon en nan jo joet een reuk, kat men
pnke j^ggert kat ke nature tn ?tfrte gunste tjeeft besteek altes
mat jij alter jelk ja amst ®n allerkierbaarsi onker aite Ijare
sdjaiten bewaarke. tjif Ijeefi juich een oerljeoen smaak,
kat kegenen kte ijem Dolkonteliik Ijebben willen bescljrijnen
cn kit utet konkenke koen, anker eenige gelijkenis t ontleent
tjebben alles mat lekker roorkt genonken in ke blauwe
pruim, iu ke aarkbejie, in ke muscaat en in ke renet-appel
eit nakat jij kit alles tjakken gejegk, maren jij gekmongen
te belijken kat ijij nog een bij jonkeren smaak ijeeft, kie niet
iigteliik gejeik kan morken. Ja ’1 is een keftige orngt en
seer Derfrissc^lenke!,,
Ook de veeteelt werd tot nog toe in Suriname niet of bijna
niet beoefend en toch is met eenige zorg daarvan veel goeds
te verwachten. Allen, die met de kolonie bekend zijn en over
dit onderwerp hebben geschreven, zijn...”
|
|