1 |
 |
“...takvorming aangaat veel van de
gedaante van een appelboom bij ons en wordt ook ongeveer
even groot. De bladeren echter zijn veel grooter, soms 20 en 25
cent. lang, glad en getand. Hun kleur is licht olijfgroen.
Even als bij de kalabas groeit de vrucht direct aan de stam
of aan de zware takken zonder zichtbaren steel. Die vrucht is
zoo groot als een flinke komkommer, heeft denzelfden vorm,
is slechts wat meer ineengedrongen en ruw van schil. De kleur
is geel als ze tot rijpheid komt of bij de Caracas-cacao,
de beste soort, rood. De bloesems, de onrijpe en de rijpe
vruchten vertoonen zich het gansche jaar door te gelijk aan den
boom. Toch zijn er twee perioden van grooten en kleinen pluk
— November en December en n.f. omstreeks April — wanneer
er een bepaalde oogst wordt ingezameld.
De vrucht wordt met den houwer of, waar ze hoog hangt,
met een aan een stok bevestigde sikkel afgestooten, daarna open-
gehakt en het 40-tal boonen ter groote van een flinke amandel,...”
|
|
2 |
 |
“...drogen van de pit is men dat eiland ontegenzeggelijk voor.
Op ’t punt van gisten en van sorteeren van de boon zou men
op Trinidad nog wel wat kunnen leeren.
Als de directeurs in Suriname zich nu maar willen toeleggen
op het behoorlijk draineeren van hun grond en zich niet ver-
beelden dat alle stukken even hoog liggen en zich dan op een
oordeelkundig besnoeien der boomen willen toeleggen, dan zal
weldra de Surinaamsche cacao niet minder gezocht zijn en niet
lager genoteerd staan dan die van Caracas en Trinidad.
Bovendien is er geen cultuur die zoo eenvoudig en gemakkelijk
is, die zoo weinig arbeidskrachten en betrekkelijk zoo geringe
moeite vordert en waarbij de kansen van mislukken bij een niet
al te slecht beheer zoo gering zijn. Ook mag men aannemen dat
men bij de tegenwoordige prijzen na ommekomst van tien jaar
20 k 30 pCt. van het in cacao gestoken kapitaal maakt. (1)
Suiker en Cacao zijn op dit oogenblik de eenigste stapel-pro-
ducten, die in de kolonie verbouwd worden, maar de rijke...”
|
|