Your search within this document for 'wil' resulted in five matching pages.
1

“...beginsel, en van de onvermijdelijkheid van zijne spoedige verwezenlijking. Het opheffen van billijke bezorgdheden, het over- eenbrengen der strijdige belangen is eene taak die wy geheel en veilig aan hare wijsheid en rechtvaar- digheid kunnen overlaten. Onze Maatschappy heeft de volkomene overtuiging dat, gelijk zy zelve, de Regeering geene andere vrijlating der slaven wil dan //eene waarlijk heilzame;// dat is in de eerste plaats eene zoodanige, waardoor ten opzichte van den ongelukkigen medemensch de laatste dwaling niet erger wordt dan de eerste. Zy weet dat, ook hierin met haar eenstemmig, de Regeering deze vrijlating niet wil met krenking van iemands we- zenlijk recht 2. Tot blinde hartstochtelijkheid en schuldige overijling acht zy haar in geenen deele in staat. Maar door het bestrijden van elk voor- oordeel, dat de hartelijke aanneming van haar be- ginsel in den weg staat, door de kalme, maar na- drukkelijke en bezielde verdediging er van, voor haar zoo veel mogelijk aller instemming...”
2

“...verplichting tot werkzaamheid, dubbel welkom on- der den schoonen hemel van Suriname. Weid uit over het hem zoo onbekende geluk der vrijheid van zorgen. Gebruik al uwe welsprekendheid. Spaar geene verzoekingen. Verberg hem slechts niet dat hy het liefelijk geheel van alle deze voor- rechten niet genieten zal dan onder den naam en in den toestand van een Slaaf. Of zoo gy hem het nog altijd eenigzins harde woord meent te moeten sparen: maak het hem slechts duidelijk dat hy van elk denkbeeld van wil, verkiezing, of beschikking over zijn persoon en lot, of over de personen en het lot van zijn echtgenoot en...”
3

“...( 25 ) III. Maar wat Beschaving vordert, wat Menschlie- vendheid wenscht, dat beveelt de Geest des Chris- tendoms. Ook hy wil, gelijk de Beschaving, tot de neger- bevolking doordringen. En hy duldt niet dat men de bevrediging van de wenschen der Menschlie- vendheid beschouwe als aan willekeur of goedvinden overgelaten. Gelijk de Beschaving s wil ook hy tot de neger- bevolking doordringen. Maar wat zeg ik gelijk. Vóór de komst van het Licht tot verlichting der heidenén, moge het aan sommige volkeren der oudheid vergund zijn geweest, op den weg van ontwikkeling van het bloot menschelijke, een ze- keren , ja een hoogen trap doch van eenzijdige Be- schaving te bereiken; sedert dat groote keerpunt in de geschiedenis des menschdoms is dit) zelfs niet meer geoorloofd. //Verkondigt, heeft de Hei- land der wareld gezegd, verkondigt het Evange- lie aan alle creaturen;// en van dien oogenblik af zijn Beschaving en Christendom alzoo ver- eenigd, dat de eerste niet meer mogelijk is zonder het laatste;...”
4

“...veel zelfvoldoening afschetsen, en het heeft noch behoefte noch vatbaarheid voor eenige leer die hooger gaat dan deze: Laat ons eten en drinken; want morgen sterven wy!----------- Zoo kan dan de Geest des Christendoms niet an- ders dan bevelen den slagboom op te heffen, welken niet dan zijne miskenning tot nog toe heeft laten bestaan. Hy beveelt dit, als die geest van ver- overing, die alle de volkeren onderwijzen, alle de volkeren onderwerpen, de geheele wareld aan de voeten des Heilands brengen wil. Maar hy be- veelt het niet minder als die geest van liefde, die, waar het geweten nog ten deele onverlicht gebleven is, met de hardigheid der harten wel geduld heb- ben , maar nimmer een verdrag met haar maken, en, waar het licht is opgegaan, haar niet langer verdragen kan. Dit is het standpunt, M. H.! uit hetwelk, naar ik meen, het vraagpunt over het christelijk plicht- matige van de Opheffing der Slaverny moet beoor- deeld en beslist worden. Het licht is over de gewetens opgegaan. De tijd der...”
5

“...ter hulpe gesneld, bloedige lauweren als zy te plukken, schijnt de Voorzienigheid, die ons met vrede zegent, voor U niet te hebben weggelegd. Ware het anders, het heldenbloed zou zich niet ver- loochenen. Maar het hart der ware helden is ten allen tijde een hart geweest, voor de stem der men- schelijkheid geopend en gevoelig. Ook het uwe, Sire! Hoor die stem Doch die Koning is in ons midden niet. De Koning der Koningen echter is het. In Diens hand zijn de harten der Vorsten en der volkeren. Zijn wil zal geschieden. En met die- pen ootmoed en een vast vertrouwen wenden wy ons tot Hem met deze bede: Almachtige, Gena- dige , en Goedertierene! Zie gy in gunste neder, op de goede zaak, die wy wenschen te bevorderen. Ver- eenig gy aller hart, om ze in oprechtheid te willen. Geef ware wijsheid, om ze tot zegen te volbren- gen. Verlos ons van een schuld die ons drukt; en terwijl gy de vreugde dezer late plichtbetrachting ons vergunt, neem gy de eere voor U....”