Your search within this document for 'wer' resulted in two matching pages.
1

“...eisch. Zy begeert niet slechts haren kring uit te breiden en een altijd grooter aantal volkeren te omvatten ; evenzeer verlangt zy by de volkeren die met- terdaad onder haren gezegenden. invloed zijn , haar werk van dag tot dag voort te zetten en te volmaken. En wat haar in de bevrediging van dit edel ver- langen tegenwerkt of teleurstelt, dat komt haar met reden dubbel hatelijk voor. Welaan, mijne Hoor- ders ! het zij verre van my op de blanke bevolking onzer Westindische Bezittingen een smaad te wer- pen waartoe niets my roept of het recht geeft; maar de vraag is geoorloofd en verdient een eerlijk and- woord: niet of haar maatschappelijke toestand reeds dien trap van beschaving, reeds die hoogte van ontwikkeling bereikt heeft waarop de europeesche maatschappy zich bevindt, hetwelk niemand lichtelijk beweren zal; maar of niet tegen elke vordering, of niet tegen het doen van iederen eenigzins aanmerkelijken stap op den weg die derwaarts opleidt, de Slaverny, en wederom de Slaverny, de eerste...”
2

“...( 24 ). Ket lichaam van den zwarten mensch niet al- leen , ook de geest des blanken gaat onder zijn juk gebogen. Dubbel ongelukkig, indien ook deze zich door zinnelijke genietingen rijkelijk of slechts eenig- zins voor zoodanige onderdrukking schadeloos ge- steld zoude achten! En by deze stilzwijgende wer- king van het stelsel door zijn enkel daarzijn, komt nog de zedelijke schade, die het altijd en alom aanschouwen der slaverny, die de uitoefening er van op de zich opvolgende geslachten in den regel hebben moet. Minachting voor den arbeid, mis- kenning van de waardy en de rechten van deu mensch als mensch, en een zekere graad van verstom- ping der edelste gevoelens kunnen over het algemeen niet uitblijven. Het despotismus is een bedwel- mende beker. Niet straffeloos kan de eene mensch eene te groote mate van macht over den anderen bezitten en uitoefenen. En de natuurlijkste straf is deze, dat hy de macht over zichzelven verliest. Van daar .... Maar laat het ons genoeg zijn, op menschkundigen...”