Your search within this document for 'straf' resulted in one matching pages.
1

“...het altijd en alom aanschouwen der slaverny, die de uitoefening er van op de zich opvolgende geslachten in den regel hebben moet. Minachting voor den arbeid, mis- kenning van de waardy en de rechten van deu mensch als mensch, en een zekere graad van verstom- ping der edelste gevoelens kunnen over het algemeen niet uitblijven. Het despotismus is een bedwel- mende beker. Niet straffeloos kan de eene mensch eene te groote mate van macht over den anderen bezitten en uitoefenen. En de natuurlijkste straf is deze, dat hy de macht over zichzelven verliest. Van daar .... Maar laat het ons genoeg zijn, op menschkundigen grond, den wortel te hebben aan- gewezen , waaruit zoo veel noodlottigs moet op- spruiten. Ook meenen wy dat er niet meer ver- eischt wordt tot het betoog dat de Beschaving, in- dien zy al, de grenspalen van hare macht in de kleur van den huid eerbiedigende, zich genoodzaakt zag den zwarten mensch als hopeloos op te geven, nog in het belang van den blanke de opheffing van het juk zijner...”