1 |
 |
“...lijkheid wordt door dat van
andere bepaald. Besluiteloosheid is geene deugd.
En zich in te beelden dat door bedachtzame
voorzorg alle kwade gevolgen eener eenvoudige
plichtbetrachting kunnen voorkomen en afgesne-
den worden, is aan menschelijke wijsheid een ver-
mogen toeschrijven, waarvan men wel zal doen de
inbeelding te verruilen voor het ootmoedig gebed,
dat Hy, aan wiens zegen alles gelegen is, zijnen
besten zegen op onze beste pogingen rusten doe.
Deze betere wijsheid wachten wy van eene Re-
geering , die, tot het goede geneigd, door hen die
geroepen zijn haar voor te lichten, op de Opheffing
der Slaverny is gewezen als op //een der strenge
eischen onzes tijds,// waarvan de bevrediging
//niet behoort te worden vertraagd;// en die
daarby aan den gunstigen toestand der geld-
middelen en de genoegzaamheid van den uit ande-
rer ondervinding opgezamelden schat van leering
indachtig gemaakt is s. Deze wijsheid kenmerkt
een volk dat, ofschoon niet spoedig door een nieuw
denkbeeld weggesleept...”
|
|