Your search within this document for 'kon' resulted in one matching pages.
1

“...dit gruwelkroost van Cham was en is in zijn oorspronkelijk vaderland? Welk eene barbaarschheid; welk eene stompheid; dier- lijke wellustigheid; meer dan dierlijke wreedheid. Waar gy gaat, nergens zult gy by het heidendom het bygeloof gemeener, de afgodendienst bloedi- ger, de zeden schandelijker vinden. Voorwaar, die door gantsch Europa verfoeide slavenhalers zijn, zonder het te weten, voor dit diep gezonken ras de ware, de eenige menschenvrienden geweest.5 Het hoogste dat door dit volk bereikt kon worden, ver- mocht het slechts te bereiken, het uiterste waartoe het in staat was, daartoe is het in staat gesteld door die zelfde Slaverny, waarover averechtsche menschenvrienden in deze laatste tijden begonnen hebben het hoofd te schudden. En veel is het ze- ker niet. Na drie eeuwen van onophoudelijke aan- raking met beschaafde blanken, staat dit zwarte geslacht nog over het algemeen op den laagsten trap van zedelijkheid; en zulks, voor een gedeelte, in spijt van christelijken doop en christelijk...”