Your search within this document for 'wou' resulted in two matching pages.
1

“...nog wel gaan wil 6). Hij had eenige dagen bij Isnard te Grandterre doorgebracht en drong er nog eens op aan, dat Raecx de origineele obligaties zou medegeven, maar te- vergeefs 6). En sedert wederom: met Godet schiet het nog altijd niet op 7); Godet wil wel de schulden gaan innen, maar vraagt 25% en reiskosten 8 *); mons. Godet is hier aangekomen met.... 64 pesos ®); in 1740 heet hij hoogbejaard en arm10 ll), in 1741 stierf hij op Guadeloupe, door een val van zijn huis; zijn zoon, die zijn vader wou gaan bezoeken, bleef in den orkaan van 11 Sept.1X). § 31. De fiskaal Jan van Schagen, die in het proces goede dien- sten had bewezen, zou na afloop met de bark Neptunus schipper William Griffith naar Cura?ao gaan. Maar in den nacht van zijn vertrek was er een buskraitontploffing in de kajuit, waardoor koopman William Charles gedood en van Schagen gekwetst werd. Men bracht hem naar St. Maarten, waar hij herstelde. Men mom- pelde van een aanslag, maar het was schandelijke roekeloosheid, schipper...”
2

“...70 BINNENLANDSCH BESTUUR zich tot juffrouw Raecx gewend had, om zijn voorspraak te zijn 1). In het nog te vermelden proces tegen Doncker komt de gebeurte- nis ook nog ter tafel; wanneer aan Donckers slaaf Amsterdam ge- vraagd wordt: „Waarom wou jou meesters swaager Simon de Graaf Nani (de beschuldigster) ook kloppen?” antwoordt hij: „omdat Nani Pietemella Doncker van Suriname uytgescholden had voor hoer” 2). Is die juffrouw Beek later gestorven en is Lee- ver dan toch nog met de verlaten Pietemella getrouwd? In 1747 kreeg de toenmalige gouverneur Joh. HeyügerPzn. verlof om voor niet langer dan een jaar naar Suriname te gaan tot regeling van particuliere zaken. Het verzoek daartoe was in Holland voor hem gedaan door zijn schoonbroeder Com. Leever3). Nu was Joh. Heyliger, zagen wij, getrouwd met Judith Doncker, de zuster van Pietemella, wat het zwagerschap verklaren zou---en wijzen op een blijeindigend treurspel. Eindelijk was met Raecx meegekomen Jan Pieter Schenck. Hij was te Amsterdam...”