1 |
 |
“...VIERDE HOOFDSTUK
1734—1743
BUITENLANDSCH GEWELD
§ 1. Johan Heyliger commandeur, 26 Febr. 1734. — § 2. Contract van onzijdigheid
t. generaal Bochart en St. Maarten. — § 3. Engelsche kapers nemen daarop onze sche-
pen. — § 4. Gezantschap naar generaal William Matthew, Sept. 1736. — § 5. John
Philips comm. v. St. Maarten. Eerste moeielijkheden. — § 6. Philips bevordert de zout-
en salpeter industrie. Het oude plan om Fransch St. Maarten te koopen. — § 7. Dood
van Joh. Heyliger 10 Maart 1736. Verkiezingen. — § 8. Stadsuitbreiding op St. Eusta-
tius noodig. — § 9. Isaac Faesch commandeur, 24 Juni 1737. Dooreen Spaansch schip
gevangen genomen. — § 10. De Republiek blijft buiten den Eng. Sp. oorlog. — § 11. Op
St. Maarten stijgend verzet tegen Philips. Herstel van het oude Spaansche fort. — § 12.
Het oproer. Philips van het eiland verjaagd, Juni 1736. — § 13. Philips naar patria.'
De rebellen onderwerpen zich. Philips weder commandeur, Juli 1737. — § 14. Faesch
onderhandelt met Matthew. Engelsche...”
|
|
2 |
 |
“...124
BÜITENLANDSCH GEWELD
overtuigd, dat er zich volop salpeter op zijn eiland bevond en had
drie okshoofden aarde naar patria gezonden ten onderzoek. De
uitslag was wel negatief geweest, maar met dieper graven hoopte
hij toch zijn doel te bereiken. Ja, hij hield zich verzekerd dat er
zelfs mijn-exploitatie mogelijk zou blijken, koper, zilver, lood,
tin. Het lag niet diep, men vond de erts 3 è. 4 voet onder den
grond, vooral op de plantage naast Point Blancq van de erven
wijlen vice-commandeur Mart. Meyers. Kapitein Maxwell had er
al eens iets van naar Holland meegenomen en men had er goed ko-
per in gevonden. Wij zullen zoo aanstonds zien, dat de Spanjaar-
den dat ook al geweten hadden.
Wederom was het onze commandeur, die nog eens het oude
plan opperde, om het Fransche gedeelte van St. Maarten aan te
koopen, wat misschien een ƒ 15.000 zou kosten. In de geheele
Fransche jurisdictie, waar Mons. Pymont commandeur was,
woonden geen veertig man, volgens Philips een partij gemeen
volk, arme...”
|
|