Your search within this document for 'granada' resulted in one matching pages.
1

“...140 BUITENLANDSCH GEWELD der natiĆ«n te gedragen hebbe 1). Op St. Maarten hetzelfde ver- schijnsel: de Fransche families vluchtten vandaar naar St. Vin- cent 2 *). Intusschen waren reeds, als zoo dikwijls, de vijandelijkheden nog voor de officieele oorlogsverklaring begonnen s). Admiraal Edward Vemon nam Puerto Bello, de toen sterke havenplaats van Nieuw-Granada en verwoestte hare forten, terwijl de Spaansche vloot bij Carthagena lag 4). Dat was nog ver weg en raakte ons niet rechtstreeks. Doch in April 1740 nam een Spaansche piraat tusschen Isle Blanco (d. i. Blanquilla ten N.O. van Tortuga) en Orchilla een Nederlandsch schip La Esperanca, schipper Jan (of Comelis) de Mey en bracht het naar Comena (d. i. Cumana) op. De roover had op Blanquilla aan eenige schildpadvisschers (het eiland is rijk aan die dieren) verteld, dat hij opzettelijk was uitge- rust om op Faesch te letten, die immers tot directeur van Curasao benoemd, maar nog niet daarheen vertrokken was. Faesch nam dat terecht hoog...”