1 |
 |
“...KERK EN SCHOOL
165
Barak Houwink 30 Januari 1763 tot 1774.
Hij vroeg voor Curasao, maar trok dat verzoek 28 Augustus
1765 in. Hij heet „van zijn dienst afgestaan” in 1774 1).
Conrad Schwiers 11 Juni 1775 tot 20 April 1778.
Zie voor hem boven op St. Eustatius.
Johan Hendrik Reneman 24 Oct. 1779 tot Jan. 1785.
Zie voor hem boven op St. Eustatius.
Roelof Brill einde 1784 tot October 1789.
Zie voor hem boven op St. Eustatius.
Valentijn Stauffer 1789.
Hij kwam als proponent2).
2. Engelsch Presbyteriaansche kerk
John Runnels 1762, rustend 1777.
Over ’s mans leertuchtproces zullen wij hieronder uitvoerig
handelen. Hij was getrouwd met Aletta Doeke Groebe. Ik ken
althans drie dochters van hen, Anne Mary, Helena Elisabeth en
Anna Maria, gedoopt 19 Juni 1771, 6 November 1775 en 7 Juli
1782 en een zoon John, ged. 30 Maart 1777 8).
3. Roomsch Katkolieke kerk
Hypolite, Capucijn 1776 4).
III. Saba
1. Gereformeerde kerk
Josias Jacques 18 November 1736 tot Juni 1739.
Ds. Kowan had hem met handoplegging...”
|
|
2 |
 |
“...Hij was van een Statiaansch geslacht, waarvan
wij onderscheiden leden kennen 4 *), ging voor de studie naar Hol-
land en wij vonden hem 1759 als student te Utrecht6). Naar zijn
eigen zeggen heeft zijn behuwdoom, wijlen ds. Longueville, hem
tot lidmaat der Engelsch Geref. kerk te Amsterdam aangenomen,
wat dus wel Rev. David Longueville zal geweest zijn, die, van
Exon gekomen, sinds 17 Juli 1740 te Amsterdam stond ®). Na zijn
studietijd is Runnels naar zijn eilanden teruggekeerd, want, toen
ds. Barak Houwink in Januari 1763 op St. Maarten gekomen was
en bevonden had, dat de meesten geen Nederlandsch meer ver-
stonden, viel de aandacht op Runnels als Engelsch leeraar en Hou-
wink stond hem toe te doopen en te trouwen wie het Neder-
landsch niet machtig waren 7). Natuurlijk ontstonden hieruit
moeielijkheden. Houwink vond den man „ambitieus”, hij had
een volmacht van de Engelsch Presbyt. kerk om te mogen doo-
pen en wilde zich niet onder den Nederlandschen pastor loei voe-
gen. Bovendien beteekende...”
|
|
3 |
 |
“...stuivers per dag en per hoofd voor de 25 dagen
dat het schip voor Rammekens (met tegenwind?) gelegen had,
dus / 252. De Windt vond dit terecht „exorbitant” x).
Ook over St. Maarten had Yorke, in 1760, klachten. „Bosvelt”
had met de wapenen het Engelsche schip Rose, schipper Butter-
field, in de haven van St. Maarten genomen en schip en lading
doen verkoopen * 2 *).
§ 7. Ds. Jos. Jacques was na bijna twintigjarigen dienst 8 De-
cember 1758 overleden s). In 1762 vonden de Heeren een opvolger
in Barak Houwink, proponent, die zou overgaan d.w.z. met het
eerstvolgende schip zou uitkomen 4 *). Hij kwam 30 Januari 1763
behouden aan en de vice-commandeur vond dat hij aan de goede
van hem ingekomen rapporten voldeed. Hij kreeg ƒ 300 voor reis-
kosten vergoed 6). Houwink was het, die voorstelde om eene nieu-
we kerk te bouwen, waarvan wij reeds den mahoniehouten kansel
vermeldden en waarvoor de Heeren in 1772 aan Heyliger toestem-
ming gaven 2000 pes. uit Compagnies kas voor te schieten. De
kap d...”
|
|
4 |
 |
“...opvolger van Heyliger be-
noemd worden, dan hoopte hij dat zijn zoon zijn tegenwoordig
ambt mocht verwerven. Deze zoon schreef daarover ook zelf aan
de Heeren * *).
Voorts vroeg Joh. de Graaff, die nu 24 jaren dienst had als se-
cretaris van St. Eustatius, en zoo deed ook Joh. Salomonsz. Gib-
bes, raadslid op St. Maarten, met de belofte dat hij de Heeren zou
dienen „als een getrouwe knecht”, terwijl zij naar hem konden in-
formeeren bij Nic. Doeckscheer te Amsterdam en „onzen vorigen
predikant Barak Houwen” (sic) 3).
§11. Jacob Simon Dömer, na den dood van Jan Aertsz. in 1768
pakhuismeester, was door Jan de Windt benoemd op voorwaarde
dat hij aan zijne behuwdzuster, eene arme weduwe, der inkom-
sten zou uitkeeren voor de paspoorten aan vreemde schepen, die
van ons eiland naar elders vertrokken t. w. 2 schellingen. Sinds
was die weduwe overleden en de commandeur a. i. eischte thans
die 2 schellingen voor zijn zoon Abraham, ongehuwd en bemid-
deld. Dömer, zelf gehuwd en met vier kinderen, vond...”
|
|
5 |
 |
“...Hofman 168.
Hoghson, Chr., schipper 22.
Hollandia, fort 235, 237, 238.
Holly, Eng. kapt. 286.
Holman, Sally 190.
Holmes, Robert 3.
Homberg, Chr. D. 194.
Hondius, Jac. 80.
Hood, Sir Samuel, Eng. sch. b. n. 287.
Hoogendam, Jan, schipper 89.
Hoogenheim, W. S. van, gouv. Berbice
95, 96.
Hoogh, Adr. de, schoolm. 110.
Hoolboom, Egb., predt. 175.
Hope, Thomas, repres. 239, 240.
Hope, heeren, reeders 147.
Houthuys, Dirk 62, 69.
Houtkooper, Louis, comm. 4, 8.
Houwel, Samer, schipper 213, 234.
Houwink, Barak, predt. 165, 174, 176,
186, 191, 195, 200, 201, 265, 266.
Hunt, John, rechter 210.
Huurman, Maria, vr. v. A. Le Jeune
197.
Huysing, Com., schipper 85.
Hypolite, Cap. pater 165, 195.
Indianen 17,100.
Isebree, mr. Adr. 57.
Isnard, Laurens 14, 63, 64, 67, 68, 98.
’s Jacob, Nic. W., diak. 179, 198.
Jacobs, Rebecca 23.
Jacques, Jos., predt. 143, 164, 165, 174,
175, 179, 186, 214*, 265.
Jaeger, Sören 282.
Jaerels, Jan 11.
Jamaica 73, 74, 84, 93,134,140,255,
256.
Jansen, Jan, korpor. 250.
Janssen, W...”
|
|