1 |
 |
“...ondergedeelte tot pakhuizen en
winkels gebezigd. Van het inwendige der
huizen, valt weinig te zeggen; de venders
zijn van jaloefien of fafinetten, zelden van glas-
ruiten, voorzien. De kamers zijn doorgaans
wel ruim, maar weinig of geene boven, dan
alleen onder het dak befchotene flaapkamer-
tjes. De muren zijn allen met witte of ge-
geelde kalk bepleisterd ; van behangfels of
vloertapijten, weet men niet, zijnde zulks ook
in dit klimaat onnoodzaklijk ja nadeelig.
Van buiten zijn de meeste huizen wit bepleis-
terd, hetwelk voor de oogen zeer nadeelig
is. Intusfchen worden thans, op voorbeeld
van het Gouvernement, vele huizen geel be-
ftreken, ook wel donker graauw, hetwelk door
de bontkleurige daken en venders, aan de ftad,
van eene hoogte befchouwd, iets van eene
Neurenburger poppenftad geeft. De ftracen in
de Willemjlad zijn vrij goed geplaveid.
B 4 Las-...”
|
|
2 |
 |
“...omtrek van acht of twaalf
duim. Het hoofd is klein, in de hoogte ge-
wipt en een weinig langwerpig uitloopenden
Tusfchen de oogen, loopt eene breede* diepe
groef, geheel met eelt bedekt. De oogeh
zijn middelmatig groot, aan iedere zijde van
het hoofd flaande, en naar voren gekeerd. De
kaken zijn, gelijk de hals, kort en dun. Boven
op den kop, heeft het eene beweegbare kroon
of eenen kam met verfcheidene punten di
tot digt bij den Haart voortloopen. *** De
kleur is vuil graauw, aan den buik vuil
wit. De Haart, bijna veel langer dan het
lijf, is zenuwachtig en met een aantal gele-
dingen voorzien, met knobbels bezet, en in
eene fcherpe punt uitloopende. De pooten Zijn
kort, de klaauwen van voren met vijf vingers
en nagels voorzien die eenigen zweem van
een kinderhand hebben. De achterpooten heb-
ben vier vingers en nagels. Dit in den eer-
den opQag affchuwelijk dier leeft in het kreu*
pelbosch, en bij de Cardonche heggen Waaf
het van kleine hagedisfen vogels en krui-
den leeft. Schoon fchuw...”
|
|
3 |
 |
“...mofjes onder de infekten en vruchten etende
vogels, benevens de kolibriet en het vliegen-
vogeltje.
Ook vindt men hier vele groene parkie-
ten ook eenige groene papegaaijen, grijze
kleine valken, en den gefpikkelden nachtuil,
doch niet in groote menigte. Bij fommige
winden, en in den regentijd, heeft men ook
eenden en welligt trapganzen.
De Tjutjoebi is eene foort van lijster,
graauw van kleur, doch zeer liefelijk van zang.
Van de Tropiale, heeft men twee foorcen, de
gele en blaauwe, en de orange, wit en blaau-
we. Deze fraaije vogel fluit insgelijks zeer
liefelijk, maar is even als de Tjutjoebi bezwaar-
lijk lang in het leven te houden, en nog
moeijelijker naar Europa over te brengen,
De kolibriet, vindt men hier in onderfcheide-
ne foorten. Dit lief vogeltje, naauwelijks
twee duim groot, welks eitjes in het kunftige
nestje naar kleine witte erwten gelijken, ver-
levendigt het loof door de pracht van deszelfs
kleuren, fnelheid van vlugt en het bijachtig
gebrom, dat het maakt. Dit diertje,...”
|
|
4 |
 |
“...foorten van meeuwen. De Ideine foort, tot
de fregatvogels behoorende, en hier Jirandloo-
pers genaamd, kan, jong zijnde, tam gemaakt
worden, wanneer zij in huis zeer nuttig is
om kakkerlakken en ander ongedierten te ver-1
drijven. Deze vogels leren zelfs alles eten,
en gehoorzamen aan den item hunnes mees-
ters. Deze dieren zijn iets grooter dan een
duif, hebben eenen zwarten bek en gevliesde
pooten; de vleugels zijn fraai loodkleurig, de
ftaart is gevorkt en iets donkerder, en de borst
en buik wit.
Op klein Curasao en de eilanden Roe ai
Aves en Orchilla, vindt men eene menigte
meeuwen.
De groote Mouettc, hier Boubi genaamd,
naar...”
|
|
5 |
 |
“...het vergift uit
te braken, wanneer men doorgaans binnen wei-
nige dagen herfteld is. Aan de koeijen,
paarden enz., doet men limoenfap ingeven,
waardoor zij, bij fpoedige hulp, gered worden.
Rupfen en kapellen zijn hier niet zeer tal-
rijk noch fraai, alleen de groote Oleander rups
uitgezonderd, die fomtijds 6 duim lang, 1
duim in den omtrek en zes en dertig geledin-
gen heeft, beurtelings oranjewit en koren-
blaauw; de rug en huid is zacht gelijk flu-
weel. De kapel is verre na zoo fchoon niet,
wit met gele vlekken.
Eigenlijke muskiten zijn hier, uit hoofde
van het gebrek aan zoet water, weinig of
C 4 niet,...”
|
|
6 |
 |
“...doch men
moet oppasfen, zich met het raauwe fap niet
te bevlekken, daar deze vlekken onuitwisch-
baar zijn. De pit zelve bevat eene foort van
amandel, welke, gebraden zijnde, zeer lekker
fmaakt, mits men de voorzorg neemt, het'tus-
fchenvliesje weg te nemen, dat zeer bijtend
fcherp en onaangenaam is. Met deze pitten
fpelen de Negers en kinderen, even als met
legpenningen,
De zoogenaamde mispel groeit aan eenen
boogen dikftammigen boom met peervormige,
donker groene, gladde bladeren, en kleine wit-
te bloemen. Aan dezelve groeit eene graauwe
vrucht, met eene zachte fchil, en nog zach-
ter bruin vleesch. Uitwendig gelijkt deze
vrucht veel naar eenen graauwen renet. De
fmaak is verheven fuikerzoet, vooral bij de
bste foorten. Van binnen zijn acht zwarte
pitten, als die der meloenen, fomtijds met
een vlies omgeven, dat, op een kool vuurs ge-
legd, eenen aangenamen geur geeft.
De Knippeboom, uitwendig veel naar eenen
ijp gelijkende, levert eene kleine vrucht met
eepe dikke groene fchil, van...”
|
|
7 |
 |
“...kers, doch piet fmakelijk. Een andere hoo-
ge boom, Douce, genaamd geeft eene witte
bes, naar eene bramboos gelijkende, en zeer
zoet.
Druiven gelukken hier zelden. De zooge-
naamde druivenboom is een laagftammige boom,
met groote ronde bladeren. De bloem is fe-
ringvormig, en geeft eene witte of purpere
roode bes, met eene harde kern, die inder-
daad niet kwalijk paar eene druif gelijkt, en
vrij goed fmaakt. 'De Carowart levert insge-
lijks eene zoete bes, die (lijmerig is; de
bloem is fraai wit.'
In klein getal, treft men hier den Mangoboom
aan, waarvan de lekkere, groene vrucht eenen
onaangenamen reuk heeft. Ook de Pomme de
rofes erf rozenappel, met eene bewegende kern,
citroen geel van kleur, en in fmaak en reuk;
de provence roos evenarende.
Ka-...”
|
|
8 |
 |
“...genoeg op tot, da-
gelijks gebruik. Het zout is er overvloe-
dig en wordt op eene zeer eenvoudige wij-
ze door de natuur bewerkt. Het is vast, wit
en zeer kristalachtig, droog en goed van fmaak,
doch welligt met te weinig zuurbittere aarde
vermengd, om voor bederfwerende inzoutin-
gen te dienen. Hoe dit zij, dit gebrek zou-
de ligt te verbeteren zijn, indien de zoutpan-
nen meer werden aangemoedigd, en de uit-
voer naar Nederland toegeftaan; doch dit ver-
boden zijnde, wordt dit onmisbaar artikel al-
leen door de Noord Amerikanen en door
eenigen der Antilles gekocht; de prijs is van
9 tot 15 realen C 37§ of ai ft.) het vat van
180 pond. Het zout wordt in groote fchu-
ren opgeftapeld, fomtijds ook in de open lucht
alleen met oud mais ftroo gedekt. Het zout
van Bonaire wordt voor het beste gehouden,
en zeker is. het, dat deze twee eilanden ge-
noegzaam wit zout leveren, om het ganfche
E 3 Ko-...”
|
|